De eerste geestelijke crisis van de Bruid

De eerste geestelijke crisis van de Bruid. 

Hooglied 1:5-6a Mijn huidskleur is bijna zwart, maar ik ben toch aantrekkelijk, meisjes van Jeruzalem; ik ben donker als de tenten van Kedar, maar mooi als de tentkleden van Salomo. Kijk niet op mij neer, omdat mijn huid donker is, want de zon heeft mij verbrand. 

A: Inleiding. 
Hgl.1:1-4 bevat het centrale thema van het boek Hooglied en openbaart de vastberadenheid van de Bruid, haar toewijding aan de Bruidegom en de belijdenis van haar geloof in Zijn liefde. Vanaf Hgl.1:5 begint haar feitelijke reis en haar allereerste ervaring is de paradox van Gods genade; ze krijgt direct te maken met de tegenstrijdigheid tussen de liefde van de Bruidegom en haar eigen zondige menselijke natuur. Ze ziet de realiteit van haar zondige verlangens, maar ze ziet ook dat ze voor God lieflijk is in haar passie voor Jezus en in haar positie binnen de genade van God.  

Haar eerste ontdekking over het wezen en karakter van Jezus is direct het antwoord op haar eerste probleem, want Hij is de zorgzame Herder die haar vol bewogenheid in haar zwakheid de weg voorwaarts wijst. Deze ontdekking doet zij in Hgl.1:8-12. 

B: De schijnbare tegenstrijdigheid van genade. 
Hgl.1:5a Mijn huidskleur is bijna zwart, maar ik ben toch aantrekkelijk, meisjes van Jeruzalem. 

In deze tekst worden in één zin haar eerste geestelijke crisis en haar eerste geloofsbelijdenis beschreven. God openbaart aan haar de zondigheid van haar hart, maar tegelijkertijd laat Hij haar zien, dat haar geest door de wedergeboorte mooi is in Zijn ogen.

Ze is donkerkleurig van huid, bijna zwart, wat spreekt van de zwakheid van haar natuurlijke hart met al zijn zondige verlangens. Maar ze is ook mooi, wat spreekt van de gewilligheid van haar geest en haar oprechte bedoelingen om Jezus te volgen; deze gewilligheid van geest is lieflijk en mooi voor God. Deze zin spreekt niet van een persoon die tegen God rebelleert, maar van een oprechte gelovige met zwakheid in zijn leven. Paulus omschreef deze paradox als volgt. 

Rom.7:22-23+25 Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft…… Met mijn verstand onderwerp ik mij aan de wet van God, maar door mijn natuur onderwerp ik mij aan de wet van de zonde.   

C: De goede strijd. 
1 Tim.6:12 Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent. 

Om geestelijk te kunnen groeien moeten wij weten en kunnen belijden, dat wij lieflijk zijn voor God ondanks het feit dat wij zwakheid en duisternis in ons eigen hart hebben. 
De geestelijke reis van elke oprechte gelovige komt al snel in een geestelijke crisis; dit is de grote paradox voor elke jonge gelovige. Hij ontdekt zonde in het eigen hart, maar weet tegelijkertijd dat God van hem houdt; hij ontdekt ook zijn eigen schoonheid in de ogen van God.  

We kunnen het vergelijken met de schepping van de aarde in Genesis 1; voordat God Zijn prachtige scheppingswerk deed was de aarde woest en leeg, maar niemand zag het want de aarde was in diepe duisternis gehuld. Maar God zei: Er moet licht komen (Gen.1:3); en Gods eerste reactie was dat Hij zag dat het licht goed was (Gen.1:4). Onze eerste reactie zou zijn dat het een geweldige puinhoop op aarde was, want de aarde was immers woest en leeg. Wij mensen hebben altijd de neiging om als eerste te zien wat er verkeerd is, maar God bezit de prachtige eigenschap om altijd als eerste te zien wat er goed en mooi is. Maar liefst zes keer zegt Gen.1 dat God zag dat het goed was wat Hij gemaakt had; en toen het scheppingswerk volledig klaar was zei God het volgende. 

Gen.1:31 God keek naar alles wat Hij had gemaakt en zag dat het zéér goed was. 

Wanneer het licht van het evangelie in een mensenleven doorbreekt, zegt God dat het goed is; bij elke verdere stap van geestelijke groei in ons leven zegt God telkens weer dat het goed is. Bij de terugkeer van de Heer Jezus naar de aarde, wanneer Hij komt om Zijn Bruid te halen, zal de Vader zeggen dat het zéér goed is wat Hij gemaakt heeft. Wij moeten leren om dezelfde waardering als de Vader te hebben voor elke stap van geestelijke vernieuwing in ons leven; wij mogen leren om met de ogen van Jezus naar onszelf te kijken. In Zijn ogen zijn wij lieflijk en mooi dankzij de kracht van het evangelie die in de wedergeboorte onze geest vernieuwt.

D: De kern van de zaak. 
Jer.31:3 Van ver ben Ik naar je toe gekomen, vrouwe Israël, Ik heb je altijd liefgehad, en Mijn liefde zal je altijd vergezellen. Ik breng je weer tot bloei.  

De werkelijke kern van de zaak is dat wij de Goddelijke liefde moeten leren begrijpen, evenals de schoonheid die aan ons gegeven wordt temidden van onze geestelijke zwakheid. De reis van heilige romantiek begint met deze tweevoudige openbaring. Hoe zal de Bruid naar God toe reageren als zij haar eigen zondigheid ontdekt? Wat wij doen in deze geloofscrisis is een belangrijk onderdeel van ons geestelijk leven.   

Veel mensen falen in deze vroege test, doordat zij van God weglopen i.p.v. naar Hem toe te gaan, omdat zij de persoonlijkheid en het karakter van God verkeerd begrijpen. Ze trekken zich terug, ze geven op en ze vallen in een denkpatroon van schaamte, en dit denkpatroon groeit daarna uit tot een bolwerk van schaamte dat steeds moeilijker te overwinnen is. Een leven van schaamte leidt tot een leven in zonde, want als je je vuil voelt, zul je ook gaan leven als iemand die vuil is.  

We mogen leren begrijpen dat zonde in ons leven nooit het hart van God verandert, en dat Zijn liefde onveranderlijk blijft ongeacht hoe ver wij ook van Hem afdwalen. Juist wanneer wij falen mogen wij leren om naar Hem toe te gaan i.p.v. van Hem weg te lopen en ons te verbergen. 

Gen.3:7-10 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. Toen de mens en zijn vrouw God, de Heer, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen. Maar God, de Heer, riep de mens: Waar ben je? Hij antwoordde: Ik hoorde U in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.  

Als wij geconfronteerd worden met schaamte, worden we ook overvallen door angst voor de reactie van God; het resultaat is dat wij ons gaan verbergen. Deze reactie hebben wij geërfd van onze eerste voorouders Adam en Eva. Zo proberen wij angstig controle te krijgen over de aanwezigheid van zonde in ons leven, en zo ontstaat een schaamte-vrees-controle-syndroom. Maar het karakter van God is zo volledig anders dan wij vaak denken; juist in tijden van zonde en schaamte nodigt Hij ons uit om tot Hem terug te keren. 

Luc.15:20-24 Hij (de verloren zoon) vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. Vader, zei zijn zoon tegen hem, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maar de vader zei tegen zijn knechten: Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden. En ze begonnen feest te vieren.   

E: Het einddoel van God. 
Hgl.8:5 Wie is zij, die daar tevoorschijn komt uit de woestijn, terwijl zij leunt op haar Geliefde? 

Het is het doel van God om de zwakheid van onze natuurlijke mens aan ons te laten zien, maar niét om ons te veroordelen. God bedenkt vele strategische manieren om aan ons te openbaren hoe zwak wij zijn, maar niét om ons te ontmoedigen. Gods doel voor ons leven is dat wij aan het eind van onze aardse reis een leunend én liefhebbend hart hebben, zodat niemand zal steunen op zijn eigen trots aan het einde van de reis.

Elke keer als God onze zonde openbaart, is dat een overwinning op satan en en het is tegelijkertijd Gods oordeel over hem; want de overwinning van satan in ons leven is de zonde, maar de genade van God zorgt ervoor dat wij onberispelijk mooi zijn als Jezus komt. 

1Tess.5:23-24 Moge de God van de vrede Zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. 

F: Vier redenen waarom wij lieflijk en mooi zijn voor God. 
Er zijn vier oorzaken waardoor wij lieflijk en mooi zijn voor God temidden van onze geestelijke zwakheid en onvolwassenheid. 

F1: Het volbrachte werk van het kruis. 
Jes.61:10 Hij…… hulde mij in de mantel van de gerechtigheid …… zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. 

De Bruid ziet haar lieflijkheid samengevat in de gave van de gerechtigheid, die zij ontvangen heeft vanwege Jezus’ lijden en sterven aan het kruis van Golgotha (2Kor.5:21). Wij zijn lieflijk in Zijn ogen vanwege Zijn werk, niet vanwege wat wij gedaan hebben. Hij geeft ons de mantel van gerechtigheid als een geschenk en bekleedt ons daarmee. 

F2: De gave van een gewillige geest. 
Ps.51:12 Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. 

Het werk van de Heilige Geest, waardoor een bereidwilligheid in onze geest tot stand is gebracht, is onze schoonheid voor God. Velen onderschatten hoe krachtig dit voor Jezus is. De richting van ons hart naar God toe is het werk van de Heilige Geest, en dit wordt een gewillige geest genoemd.  

F3: Het karakter van Gods persoonlijkheid. 
Spr.10:1 Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde…… 

De hartstochten en de vreugden van Gods hart bepalen hoe God over ons denkt en voelt. Onze schoonheid wordt bepaald door de ogen van Hem die kijkt; en wij zijn mooi voor God vanwege de manier waarop Hij naar ons kijkt. Onze schoonheid heeft te maken met het emotionele hart van God; het is de aard van Gods hart die bepaalt dat wij mooi zijn voor Hem. Dit is een zeer regelmatig terugkerend onderwerp in het boek Hooglied. 

F4: Onze toekomstige bestemming als Bruid van Christus. 
Hos.2:21-22Ik zal je voorgoed tot Mijn vrouw maken, Ik zal je hecht aan Mij verbinden, door liefde en ontferming. Mijn vrouw zul je zijn, want Ik beloof je trouw komen en jij zult de Heer toegewijd zijn. 

De absolute zekerheid van onze eindbestemming als een versierde Bruid, die samen met Jezus op de troon zal zitten, is een zeer belangrijk aspect van onze schoonheid. 

De echte schoonheid van de Bruid van Christus wordt vooral bepaald door het romantische hart van Jezus, die ons ziet als Zijn toekomstige partner met wie Hij voor eeuwig over het koninkrijk van God zal regeren. 

G: Stadia van overwinning. 

G1: In het begin van onze oprechtheid worden we nog regelmatig verslagen, maar de eerste positieve vrucht van onze wedergeboorte is het oprechte verlangen om Jezus in alles te gehoorzamen. Dit is het eerste bewijs van de genade van God, en het is ook een vitaal onderdeel van onze geestelijke overwinning. Alleen moeten we onze oprechte bedoelingen om te gehoorzamen wel leren onderscheiden van het latere verkrijgen van echte volwassen gehoorzaamheid. 

G2: God vindt vreugde en genoegen in onze oprechte bedoeling om Jezus te gehoorzamen; Hij meet ons leven af aan zulke bedoelingen en definieert ons leven op basis van onze oprechtheid, ook wanneer we nog niet succesvol zijn in het volledig uitwerken van onze bedoeling.

Onze gehoorzaamheid in vele kleine dingen is voor God bijzonder belangrijk, omdat Hij daarin onze oprechte liefde voor Hem ontdekt. Onze liefde voor God wordt door Hem niet afgemeten aan de omvang van wat wij doen maar aan het motief waarmee wij Hem willen dienen. Ook dit principe keert regelmatig terug in het boek Hooglied. 

G3: Wij maken vaak de grote vergissing om ons leven af te meten aan onze geestelijke verworvenheid, maar dit leidt vaak tot gevoelens van schuld en veroordeling. Want wanneer wij geestelijk succes hebben worden we trots, en wanneer we geestelijk tekortschieten voelen we ons schuldig. Maar in beide gevallen zijn we gericht op ons geestelijk succes en niet op de waardering van de Heer Zelf; de beoordeling van ons leven mogen we aan Hem overlaten.  

1Kor.4:5 Houd dus op te oordelen en wacht de tijd af dat de Heer komt, omdat Hij het is die aan het licht zal brengen wat in het duister verborgen is en zal onthullen wat de mensen heimelijk beweegt. En dan zal God het zijn die ieder de lof geeft die hem toekomt. 

G4: Wij kunnen te maken hebben met geestelijke overwinning, terwijl we op een bepaald terrein toch nog een geestelijke worsteling voeren. Het is ons diepe verlangen om overwinning te ervaren zonder een voortdurende worsteling tegen zonde in een bepaald gebied. Toch is de aanwezigheid van oprechte verlangens om Jezus te gehoorzamen het begin van alle overwinning. Het motief telt voor God zwaarder dan het resultaat.  

G5: Wij zijn geen zondaars die worstelen om God lief te hebben, maar wij zijn liefhebbers van God die nog worstelen tegen de zonde. Wij definiëren onszelf naar de mate dat wij de zonde in ons leven overwinnen, maar God definieert ons naar de mate dat wij Hem liefhebben. Onze identiteit ligt niet in onze overwinning maar in Gods liefde voor ons en onze liefde voor Hem. 

H: De geestelijke mens contra de natuurlijke mens. 
Hgl.1:5b…… donker als de tenten van Kedar, maar mooi als de tentkleden van Salomo. 

H1: Donker als de tenten van Kedar 
De tenten van Kedar waren gemaakt van geitevellen en waren donkergrijs en zwart gekleurd; deze tenten waren overal in het Midden-Oosten aanwezig. Zij spreken van de zwarte, zondige buitenkant van de mens, dat is onze natuurlijke mens. Volgens Gen.25:13 was Kedar een zoon van Ismaël, die de oudste zoon van Abraham was; Ismaël was verwekt in de natuurlijke kracht van Abraham en daarmee een beeld van de zondige mogelijkheden van een mens die niet voortkomen uit de beloften van God. Het woord Kedar stamt af van het Hebreeuwse werkwoord ‘qadar’ wat ‘zwart worden’ of ‘rouw bedrijven’ betekent. Geen wonder dat het volgende in Israël gezegd werd. 

Ps.120:5-6 Ach, dat ik moeten wonen in Mesech, ver van huis bij de tenten van Kedar. Te lang al woont mijn ziel bij mensen die vrede haten

H2: Mooi als de tentkleden van Salomo. 
Het hier gebruikte Hebreeuwse woord voor tentkleden is ‘yeriyah’ wat uitsluitend gebruikt wordt voor tentdoek, het is geen aanduiding voor gordijnen. Wanneer Salomo niet in zijn paleis was maar op reis, maakte hij voor zijn nachtrust graag gebruik van bijzonder luxueus uitgevoerde tenten; ook wanneer er gestopt werd voor een onderbreking werd voor de koning vaak een tent opgezet. Deze tentdoeken waren natuurlijk exclusief mooi in overeenstemming met de status en rijkdom van Salomo.  

Zo is het ook met God, Hij heeft in de hemel Zijn vaste woonplaats maar Hij vindt ook grote vreugde in het bewonen van de menselijke geest. 

Jes.57:15 Dit zegt Hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid; heilig is Zijn naam. In hoogheid en heiligheid zal Ik tronen én met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt.  

Jes.66:1-2 Dit zegt de Heer: De hemel is Mijn troon, de aarde Mijn voetenbank. Waar zouden jullie een huis voor Mij kunnen bouwen? En wat zou Mij als rustplaats dienen? Dit alles heb Ik met eigen handen gemaakt, zo is dit alles ontstaan, spreekt de Heer. Toch sla Ik acht op wie verdrukt wordt, op mensen met een gebroken geest, op ieder die huivert voor Mijn woorden.   

Ps.90:16-17a Toon Uw daden aan Uw dienaren, maak Uw glorie bekend aan hun kinderen. Laat ons Uw genade zien, Heer onze God (letterlijk: laat Uw schoonheid in ons zijn). 

Het is onvoorstelbaar maar werkelijk waar: de hoogverheven God die al eeuwigheden lang in de hemel troont, vindt er vreugde in om te wonen in de geest van verslagen en gebroken mensen, die er uitzien als de grauwe tenten van Kedar. Maar de inwoning van de glorie van God maakt onze inwendige mens mooi als de schitterende en veelkleurige tentkleden van Salomo. Zij spreken van het werk van Gods genade en Zijn glorie in de inwendige mens, de geest van de mens die wedergeboren is.  

H3: Contrast en zelfbewustzijn. 
Hgl.1:6a Kijk niet op mij neer omdat mijn huid donker is…… 

De Bruid zegt dat zij voor het oog van de mensen zwart is als de tenten van Kedar, maar dat zij voor het oog van haar Bruidegom mooi is als de tentkleden van Salomo. Zij beseft heel erg goed dat er een zeer groot contrast is tussen haar zichtbare buitenkant en haar onzichtbare binnenkant. 

Zij is zich scherp bewust van haar fouten en gebreken en ze schaamt zich, dat anderen haar zonde kunnen zien; ze beseft dat andere mensen haar geestelijke gebreken in het leven kunnen zien. Ze voelt beschuldiging en veroordeling, maar tegelijkertijd is haar ervaring een bewijs van het feit, dat ze naar het licht toe groeit; het licht is goed, vooral ook wanneer het zonde openbaart. 

Joh.8:12 Hij zei: Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.  

Joh.3:20-21 Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet. 

H4: Natuurlijke afstamming. 
Hgl.1:6a ……want de zon heeft mij verbrand. 

Ze begrijpt ook dat ze in een natuurlijke wereld leeft en dat ze afstamt van Adam en Eva. Haar natuurlijke erfenis heeft haar een zondig hart en verkeerde verlangens meegegeven; ze is donker van hart. Ze spreekt van een invloed van ‘de zon’ en dit spreekt van de natuurlijke realiteit op aarde. Salomo heeft behalve het boek Hooglied ook nog het boek Prediker geschreven en hij noemt daar 31 keer de uitdrukking ‘onder de zon.’ Hij omschrijft ons leven op aarde als ‘ijdelheid der ijdelheden’ (Pred.1:2, 12:8).

De Bruid spreekt van de invloed van het geboren zijn onder de zon ofwel geboren zijn in de natuurlijke zwakheid van de zonde. Het natuurlijke leven heeft haar beïnvloed en haar zwart gemaakt, zoals elke andere persoon die van Adam afstamt. We zijn allemaal geboren met de kiem van de zonde in ons. Ook Jezus verklaarde dat wij van nature slecht zijn (Luc.11:13). 

H5: Het juiste perspectief. 
Hgl.1:6 Kijk niet op mij neer…… 

De Bruid zegt dit tegen de meisjes van Jeruzalem, omdat zij weet dat zij lieflijk is in de ogen van haar Bruidegom ondanks het feit dat er donkere gebieden in haar leven aanwezig zijn. Ze weet dat haar natuurlijke mens zwart is als de tenten van Kedar, maar dat er door de genade van God in haar geest een heerlijk werk aan de gang is, mooi als de schitterende tentkleden van Salomo.

Ze vraagt aan de andere jonge meisjes of zij aandacht willen ontwikkelen voor de schoonheid van haar binnenkant, en of zij niet meer willen letten op de donkerheid van haar buitenkant. 

2 Kor.5:16-18 Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld…… Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Dit alles is het werk van God. 

Het oude is voorbij en dat betekent dat wij niet meer zijn wie we waren; maar hoewel het nieuwe gekomen is realiseren we ons maar al te vaak dat we nog niet zijn wie we zullen zijn (1Joh.3:2); we moeten daarom de nieuwe mensen worden die wij in de ogen van God al zijn. Deze tekst spreekt daarom niet alleen van een bereikte positie maar ook van een proces van verandering.  

Rom.12:2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is. 

I: Een nieuwe identiteit ontwikkelen. 
Ef.4:21-24 U hebt toch over Hem gehoord, u hebt toch onderricht over Hem gekregen? Door Jezus wordt duidelijk dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen, dat uw geest en denken voortdurend vernieuwd moeten worden en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.   

Kol.3:9-10 Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn Schepper en zo tot inzicht komt.   

I-1: De persoonlijkheid van God. 
Kol.3:10 ……het beeld van zijn Schepper …… 

Wij zijn door God geschapen om in harmonie met Hem te leven. Wanneer wij wedergeboren worden en daardoor geestelijk nieuw leven ontvangen, komen wij in heerlijk contact met de oogverblindende schoonheid van de eeuwige God die ons verlost heeft en Zich over ons verheugt en intens naar ons verlangt. In beide genoemde teksten wordt gesproken over het beeld van God; anders gezegd, wij kunnen spreken over de persoonlijkheid van God.

Paulus had ontdekt dat het kennen van de persoonlijkheid van God enorm stimulerend was voor zijn gehoorzaamheid aan God; het motiveerde hem sterk om berouw te hebben over zonde in zijn eigen hart. Bovendien ontving hij enorm veel bemoediging door het kennen van de glorieuze persoonlijkheid van God.  

Deze beide teksten bevatten een sleutel in onze intense zoektocht naar oprechte bekering en persoonlijke vernieuwing, want niets kan ons hart zo wakker maken en aansporen als de verbazingwekkende kennis over de persoonlijkheid van God; er is simpelweg niets beters dat ons zo kan vernieuwen in hart en geest. Dit is een sleutel voor onze eigen persoonlijke vernieuwing, maar ook een geweldig hulpmiddel om anderen te stimuleren tot volledige overgave aan de Heer.  

Het kennen van de persoonlijkheid van God, ofwel het weten met ons hart hoe God is, maakt binnenin ons iets wakker, want God heeft ons zo gemaakt dat onze geest leeg en uitgeblust is wanneer wij géén kennis hebben van de schoonheid van God. Onze geest zal zelfs totaal uitgeblust raken wanneer wij niet regelmatig verfrist worden door het woord van God, waarin de Heilige Geest ons laat zien wie God werkelijk is. Wij zijn gemaakt om verbaasd te staan en perplex te zijn en voortdurend verwonderd te raken over wie Jezus is, want Jes.9:5 noemt Hem ‘de Wonderbare Raadsman.’  

Luc.2:17-18a Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden. 

Luc.2:33 Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over Hem werd gezegd.   

Luc.4:14b Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. 

Luc.4:22 Allen betuigden Hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit Zijn mond vloeiden. 

Luc.4:32+36 Ze waren diep onder de indruk van Zijn onderricht, want Hij sprak met gezag… Allen waren verbijsterd

Luc.5:26 Allen stonden versteld en ze loofden God, en zeiden, vervuld van ontzag: Vandaag hebben we iets ongelooflijks gezien!  

Luc.7:16 Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: Een groot profeet is onder ons opgestaan, en God heeft zich om Zijn volk bekommerd!  

Luc.9:43 Allen waren met stomheid geslagen vanwege de grootheid van God. 

Luc.11:14b …… en de mensenmenigte stond verbaasd.   

Het kennen van de persoonlijkheid van God maakt zonde tot iets wat er dwaas uitziet en Gods gerechtigheid tot iets wat er heerlijk en geweldig uitziet. Het maakt dat volharding in moeilijkheden acceptabel is en het produceert in onze geest een enorme positieve reactie om te gehoorzamen aan de roepstem van God. De kennis van de persoonlijkheid van God zal de harten van gelovigen wakker maken, en niet alleen van gelovigen maar ook van ongelovigen. Satan en zijn demonen daarentegen werken hard om ons verstand te verblinden voor de glorie van de persoonlijkheid van God. 

2 Kor.4:3-4 Wanneer er dan toch nog een sluier ligt over het evangelie dat wij verkondigen, geldt dit alleen voor hen die verloren gaan, de ongelovigen van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is.   

De duivel weet dat wanneer hij ons verstand kan verblinden voor de schitterende schoonheid van Gods persoonlijkheid, hij al een belangrijk deel van de veldslag tegen ons gewonnen heeft. Hij beschuldigt het karakter van God in ons hart, hij probeert de gemeente van Jezus te vullen met leugens die de waarheid over God in onze harten verdraaien. Het gevolg is dan geestelijke verveling; en een gelovige die zich geestelijk verveelt, is zeer kwetsbaar voor de aanvallen van de vijand.  

Een belangrijk aspect van persoonlijke vernieuwing is bekering; het zoeken naar een dieper niveau van bekering is echter het meest succesvol wanneer wij gemotiveerd worden door onze vreugde in de Heer. Niets maakt ons hart zo wakker tot liefde met ons hele hart als de openbaring van de persoonlijkheid van God door Zijn geschreven woord. En niets maakt ons hart zo gemotiveerd door vreugde en plezier als de Heilige Geest die ons leidt, die tot ons spreekt, Zijn armen om ons heen slaat, en ons meeneemt naar de Goddelijke schatkamer waar God Zijn persoonlijkheid aan ons openbaart. 

I-2: Onze geestelijke identiteit in Christus. 
Ef.4:24 ……de nieuwe mens, die naar Gods wil (lett. beeld) geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.  

Kol.3:10 …de nieuwe mens…… die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn Schepper …… 

Normale kleine menselijke problemen worden vaak opgelost als mensen bemoedigd en gestimuleerd worden in de zekerheid dat ze belangrijk zijn, geaccepteerd zijn, waardevol zijn, mooi zijn. Maar een diepgewortelde identiteitscrisis wordt alleen blijvend opgelost door het kennen van de persoonlijkheid van God en het kennen van onze eigen identiteit in Christus.

Diepgeworteld begrip in ons hart van wie God is en wie wij zijn in Hem zal een revolutie teweegbrengen in onze relatie met Hem en daarna met elkaar; deze kennis verandert onze emotionele structuur in het ontmoeten van het mysterie van de majesteit, de schoonheid, de genegenheid en de verbazingwekkende luister van onze Heer Jezus Christus.  

Wanneer wij beseffen dat onze nieuwe identiteit geschapen is naar de gelijkvormigheid van Jezus Christus die het beeld van God is (2Kor.4:4, Kol.1:15a, Hebr.1:3), beginnen wij ook te begrijpen dat de Vader ons net zo mooi vindt als Zijn eigen Zoon Jezus. Dan beginnen wij ook veel beter te begrijpen waarom de Vader ons net zoveel liefheeft als Zijn eigen Zoon Jezus (Joh.17:23). 

Onze natuurlijke emoties zijn gebaseerd op onze natuurlijke identiteit, die gevormd is door onze natuurlijke afkomst, door een natuurlijk verleden, door natuurlijke gebeurtenissen en omstandigheden, door de uitspraken van gezaghebbende personen zoals ouders, vrienden en bekenden. God wil ons echter bovennatuurlijke emoties laten ervaren die gebaseerd zijn op onze geestelijke identiteit, die geschapen is naar het evenbeeld van Jezus Christus.  

Gen.1:26-27 God zei: Laten Wij mensen maken die Ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken… God schiep de mens als Zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem.  

Rom.8:29-30 Wie Hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij ook van tevoren ertoe bestemd om het evenbeeld te worden van Zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. Wie Hij hiertoe heeft bestemd, heeft Hij ook geroepen; en wie Hij heeft geroepen, heeft Hij ook vrijgesproken; en wie Hij heeft vrijgesproken, heeft Hij nu al laten delen in Zijn luister.   

De wondermooie God definieert ons leven aan de hand van Zijn eigen persoonlijkheid en de gave van de gerechtigheid in Jezus Christus; Zijn persoonlijkheid en de aan ons toebedeelde gerechtigheid maken dat Hij enorm naar ons verlangt. Niets zal ons hart zo bemoedigen en vernieuwen als de zekerheid dat we enorm door God gewenst zijn. 

Hgl.7:11 Ik ben van mijn geliefde, en in vurig verlangen strekt hij zich naar mij uit. 

I-3: Onze nieuwe identiteit aantrekken. 
Ef.4:22 … de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen… 

Kol.3:9 Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt…… 

In deze beide uitdrukkingen vergelijkt Paulus onze natuurlijke identiteit met een kledingstuk dat hij ‘de oude mens’ noemt; onze natuurlijke identiteit heeft te maken met onze levensstijl die gebaseerd is op een leven zonder God. Deze vroegere levenswandel richt ons te gronde, zoals een oude jas die niet meer in staat is ons warm te houden in de winter of ons droog te houden in een regenseizoen. Zelfs de rechtvaardige dingen, die wij op basis van onze natuurlijke identiteit doen, bezitten niet de kwaliteit die God zoekt (Jes.64:5a). 

Ef.4:24 …dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten worden en dat u de nieuwe mens moet aantrekken…… 

Kol.3:10 ……de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn Schepper en zo tot inzicht komt.   

Onze nieuwe geestelijke identiteit is als een nieuwe jas die ons door God gegeven wordt; het is van groot belang dat we aan de ene kant de kwaliteit van deze nieuwe jas kennen, maar aan de andere kant is het ook belangrijk dat we deze nieuwe jas aantrekken. Kennis over onze nieuwe identiteit in Christus is enerzijds een feit, maar anderzijds een proces van aanleren. We kennen de kwaliteit van onze nieuwe identiteit, omdat deze naar het beeld van God geschapen is; we zullen de kwaliteit van deze nieuwe identiteit pas gaan ervaren als we leren deze nieuwe identiteit aan te trekken, d.w.z. als we leren leven vanuit onze nieuwe identiteit, de nieuwe mens die gelijkvormig is aan Jezus Christus.  

Jes.61:10 Ik vind grote vreugde in de Heer, mijn hele wezen jubelt om mijn God. Hij deed mij het kleed van de bevrijding aan, hulde mij in de mantel van de gerechtigheid, zoals een bruidegom een kroon opzet, zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. 

Zoals de Vader over Jezus denkt, zo denkt Hij ook over ons; zoals de Vader over Jezus voelt, voelt Hij ook over ons. Zo lief als de Vader Jezus heeft, zo lief heeft Hij ook ons (Joh.17:23). Daarom mogen wij leren onze oude mens, die zo grauw is als de tenten van Kedar, uit te trekken en mogen wij leren onze nieuwe mens, die zo mooi is als de tentkleden van Salomo, aan te trekken. Zo leren wij te wandelen in een nieuwe levensstijl die voortkomt uit een nieuw besef van onze geestelijke identiteit. 

Rom.6:10-11 Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu Hij leeft, leeft Hij voor God. Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.  

Wij moeten op twee terreinen in ons denken vernieuwd worden, en dat zijn de twee volgende van gedachten en emoties in ons verstand en hart: 

1) ons denkbeeld over God. 
2) ons denkbeeld over onszelf. 

Andere mensen beoordelen ons naar de worsteling in ons hart, dat is onze natuurlijke identiteit ofwel onze oude mens, en zo beoordelen wij onszelf ook vaak. Maar God beoordeelt ons naar het verlangen in onze geest, en dat is onze geestelijke identiteit ofwel onze nieuwe mens, die naar het beeld van God geschapen is. Alleen als wij de schoonheid en lieflijkheid van God kunnen zien, kunnen we ook onze eigen schoonheid en lieflijkheid zien, die God in ons ziet, want zo heeft Hij ons gemaakt. De vijand wil dat wij onszelf zien als een slaaf van de zonde, die worstelt om God lief te hebben; maar God ziet ons als iemand die God liefheeft en nog worstelt met de zonde. 

Kol.3:15-16 Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar (dus ook jezelf) in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 

Getekend: V.v.d.B.

Copyright betekent voor uitsluitend de studieartikelen op deze website: ‘Right to copy’. Eenieder mag voor studiedoeleinden de artikelen gebruiken en als nodig aanpassen.