Introductie op het boek Numeri

Numeri

Numeri 1:1-2 De HEERE sprak tot Mozes in de woestijn Sinaï, in de tent van ontmoeting, op de eerste dag van de tweede maand, in het tweede jaar nadat zij uit het land Egypte waren vertrokken: Neem het aantal op van heel de gemeenschap van de Israëlieten, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families, overeenkomstig het aantal namen, al wie mannelijk is, hoofd voor hoofd (HSV).  

De naam van het boek. 
De naam Numeri komt uit het Latijn en betekent ‘getallen’ naar aanleiding van de twee volkstellingen in het boek, de eerste in hoofdstuk 1, de tweede in hoofdstuk 26. De Hebreeuwse naam van het boek is ‘Bemidbar’, en is afgeleid van het woord ‘midbar’, wat ‘woestijn’ betekent, zie Num.1:1; in de Hebreeuwse Bijbel is dit het eerste woord van het boek.  

De datums in Exodus en Numeri. 
Het boek Numeri is een voortzetting van het boek Exodus na de onderbreking van de wetgeving in het boek Leviticus. De periode van Numeri beslaat de tijd tussen de 1e maand van het 2 e jaar na de uittocht tot de 11 e maand van het 40 e jaar. Het boek Numeri beslaat dus een periode van bijna 39 jaar.  

Ex.12:1  de 1e dag van de 1e maand van het 1e jaar.  

Ex.12:17  de 14e dag van de 1e maand van het 1e jaar (Pesach).  

Ex.16:1  de 15e dag van de 2e maand van het 1e jaar.  

Ex.19:1  de 1e dag van de 3e maand van het 1e jaar.  

Ex.19:16  de 4e dag van de 3e maand van het 1e jaar (50 dagen na Pesach).  

Ex.40:1 de 1e dag van de 1e maand van het 2e jaar.  

Num.1:1  de 1e dag van de 2e maand van het 2e jaar.  

Num.10:11  de 20e dag van de 2e maand van het 2e jaar.  

Num.13:20  het begin van de 7e maand van het 2e jaar, vlak voor Loofhuttenfeest.  

Num.20:1  de … dag van de 1e maand van het 3e jaar.  

Overzicht van Exodus t/m Numeri.  

1. Verblijf van Israël in het land Egypte, Ex.1-11.  

2. Van Egypte naar de woestijn Sinai, Ex.12-18.  

3. Verblijf in de woestijn Sinai, Ex.19-40, Lev.1-27, Num.1-10.  

4. Reis van de woestijn Sinai naar Kades, Num.10-12.  

5. Verblijf van Israël bij Kades, Num.13-20.  

6. Reis van Kades naar het land Moab, Num.20-21.  

7. Verblijf in het land Moab, Num.22-36, Deut.1-34.  

De betekenis van het boek Numeri. 
1Kor.10:11 Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is (HSV).  

Het totaal aantal getelde Israëlieten in Num.1:46 was 603.550, maar 39 jaar later in Num.26:51 waren er 601.730 getelde Israëlieten, en dat is 1820 Israëlieten minder.  

Er was dus 39 jaar lang geen sprake van groei maar van afname, wat aangeeft dat er maar weinig zegen van God was. Tweederde deel van het boek Numeri was nooit door God bedoeld, wat het tot een verdrietig boek maakt.  

De aantallen in het Oude Testament zijn echter wel aan discussie onderhevig. Het aantal mensen dat in Genesis bij Jozef in Egypte kwam, bedroeg 70. Volgens de eerste telling in Numeri bedroeg het aantal ruim 603.550 mannen van 20 jaar en ouder. Uitgaande van normale gezinnen en leeftijdsverdeling komt dit al snel op drie miljoen mensen. In een periode van 400 jaar, met 25 jaar als leeftijd voor een generatie, komen 12 gezinnen in 16 generaties bij een gemiddelde gezinsgrootte van 4,2 kinderen uit op 3,6 miljoen mensen. Maar uitgaande van een periode van 120 jaar voor het verblijf in Egypte, wordt enkele miljoenen mensen een problematische zaak.  

Nu worden hier in het Hebreeuws de woorden “eleph” en “alluph” gebruikt. Eleph betekent 1000, maar ook familie of militaire eenheid. Alluph is een familiehoofd, een aanvoerder van 1000, of een beroepssoldaat. De aantallen van de stam Ruben wordt in Num.1:21 aangegeven als 46.500 soldaten, dat is 46 eleph en 5 eenheden van 100. Dit kan dus ook gelezen worden als 46 familiegroepen en 500 soldaten, wat kan betekenen dat het aantal soldaten dus veel kleiner was dan 46.500. Maar de discussie hierover is nooit definitief beslist geweest.  

Indeling van het boek Numeri. 

Hoofdstuk 1:1-10:10 speelde zich af bij de berg Sinai.  

Hoofdstuk 10:11-22:1 speelde zich af op weg naar het beloofde land.  

Hoofdstuk 22:2-36:13 speelde zich af in de vlakte van Moab.  

Hoofdstuk 1: de eerste volkstelling van mannen boven 20 jaar.  

Hoofdstuk 2-4: de telling en de taken van de Levieten.  

Hoofdstuk 5-6: enkele wetsvoorschriften.  

Hoofdstuk 7-9: inwijding van de tabernakel.  

Hoofdstuk 10: vertrek van de berg Sinai.  

Hoofdstuk 11-12: kritiek op het leiderschap van Mozes.  

Hoofdstuk 13-14: de twaalf verspieders en het negatieve verslag.  

Hoofdstuk 15: enkele wetsvoorschriften.  

Hoofdstuk 16-17: de opstand van Korach, Datan en Abiram.  

Hoofdstuk 18: voorschriften voor de priesters.  

Hoofdstuk 19: voorschriften over het reinigingswater.  

Hoofdstuk 20-21: verblijf in Kades en vertrek naar Moab.  

Hoofdstuk 22-25: het optreden van Bileam.  

Hoofdstuk 26: de tweede volkstelling van mannen boven 20 jaar.  

Hoofdstuk 27: de dochters van Selofchad en het leiderschap voor Jozua.  

Hoofdstuk 28-30: diverse wetsvoorschriften.  

Hoofdstuk 31: wraak op de Midianieten, de inwoners van Moab.  

Hoofdstuk 32: het verzoek van twee en een halve stam Ruben, Gad en Manasse.  

Hoofdstuk 34-35: verdeling van het land en steden voor de Levieten.  

Hoofdstuk 36: nogmaals de dochters van Selofchad.  

Hoofdstuk 33: lijst van pleisterplaatsen.  

Getekend: V.v.d.B.

Copyright betekent voor uitsluitend de studieartikelen: ‘Right to copy’. Eenieder mag voor studiedoeleinden de artikelen gebruiken en als nodig aanpassen.