Jezus als de Goede Herder

Jezus als de Goede Herder.

Hooglied 1:8-11 Als je het niet weet, o jij mooiste van alle vrouwen, volg dan het spoor van de kudde, en weid jouw jonge geiten bij de verblijfplaats van de herders.

Ik vergelijk jou met een merrie voor de wagen van farao, mijn vriendin!

Hoe lieflijk zijn jouw wangen te midden van de sieraden, zo is ook jouw hals met een kettinkje om. Wij zullen gouden sieraden voor je maken met stippen van zilver. 

A: Inleiding. 
De Bruid is op het punt aangekomen waar de Bruidegom Zijn eerste openbaring over Zichzelf kan geven. Hij is de Bruidegom met een veelzijdig karakter, en zij heeft een openbaring over Hem nodig die antwoord geeft aan de nood van haar hart. Zij is in de eerste crisis van haar geestelijke leven gekomen en de openbaring, die zij over Hem ontvangt, is de openbaring dat Hij de Goede Herder is.

Jezus geeft het juiste antwoord op het juiste moment; Hij is zelden te vroeg maar nóóit te laat met de openbaring die wij nodig hebben. 

Joh.10:2-4 Wie door de deur naar binnen gaat, is de Herder van de schapen. Voor Hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar Zijn stem, Hij roept Zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer Hij al Zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt Hij voor ze uit en de schapen volgen Hem omdat ze Zijn stem kennen.   

Joh.10:10b-11 Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. Ik ben de Goede Herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.  

Joh.10:27-28 Mijn schapen luisteren naar Mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit Mijn hand roven.   

Ezech.34:11-12 Dit zegt God, de Heer: Ik zal Zelf naar Mijn schapen omzien en Zelf voor ze zorgen. Zoals een herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid zijn geraakt, zo zal Ik naar Mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle plaatsen waarheen ze zijn verdreven op een dag van dreigende, donkere wolken.   

Dit is de eerste openbaring die het boek Hooglied over Jezus geeft: de Goede Herder die goede raad geeft over hoe wij moeten voortgaan in Zijn heilige passie temidden van onze zwakheid. Daartoe geeft Hij ons Zijn Heilige Geest, die ons helpt om Jezus terug te vinden in passie en hartstocht. 

Joh.14:26 ……de Heilige Geest, die de Vader jullie namens Mij zal zenden, zal jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb. 

Joh.15:26 …… de Geest van de waarheid, die van de Vader komt, zal over Mij getuigen. 

Joh.16:13-14 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid…… Door jullie bekend te maken wat Hij van Mij heeft, zal Hij Mij eren. 

B: Antwoord ontvangen in zwakheid. 
Hgl.1:8a Als je het niet weet…… 

Dit is precies de plaats waar de Heer ons hebben wil, de plaats van volledige afhankelijkheid. Als wij zwak zijn, geeft Hij ons kracht; als wij arm zijn, maakt Hij ons rijk; als wij klein zijn, maakt Hij ons groot; en als wij onwetend zijn, komt Hij met de openbaring van Zijn wezen en karakter naar ons toe. Als wij de weg kwijt zijn, wijst Hij ons weer de goede weg zodra wij ons tot Hem keren. 

Matt.11:25-26 Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild.  

Toen de Bruid zich liet manipuleren door de geestelijke leiders om voor hen te werken, én zich ook liet misleiden door de onvolwassenheid van haar eigen hart om al haar energie te steken in de bediening, greep de Heer niet in; doelbewust liet de Heer haar deze weg gaan en zwijgend keek Hij toe hoe zij bij Hem vandaan dreef. Het zwijgen van de Heer in de periodes waarin wij verkeerde wegen bewandelen is een strategie van hoogstaande hemelse wijsheid; lang niet altijd zal Hij direct ingrijpen maar ons de gelegenheid geven af te dwalen om ons daarmee belangrijke lessen te leren. 

De Bruid verloor haar intieme relatie met de Bruidegom; en zo kwam zij terecht in een geestelijk vacuüm waarin zij niet meer wist dat zij moest doen. Haar gebrek aan wijsheid en inzicht dreef haar de goede kant uit, namelijk naar haar eerste en enige bron van wijsheid, Jezus de Bruidegom.  

Luc.2:50-53 Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toont Zijn macht en de kracht van Zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.  

Ons geestelijk faillissement is altijd een unieke gelegenheid voor God om Zichzelf aan ons te openbaren; daarom zal Hij toestaan dat wij bij tijd en wijle failliet gaan. Soms veroorzaakt Hij dit zelfs rechtstreeks; we zien dit principe ook in 1Sam.2:1-10 en Ps.107:33-41. Het gaat erom dat wij de wijsheid van God leren begrijpen; Ps.107 eindigt daarom met de volgende woorden. 

Ps.107:43 De wijze neemt dit ter harte en kent de trouw van de Heer. 

Het zwijgen van de Bruidegom in Hgl.1:5-7 is even zinvol als de kussen van Zijn mond in Hgl.1:2; de verborgenheid van God is op het juiste moment net zo vol van betekenis als Zijn openbaring op andere momenten. God verlost ons door te spreken én door te zwijgen, door Zichzelf te openbaren én door Zichzelf te verbergen. 

Jes.45:15 Voorwaar, U bent een God die zich verborgen houdt, de God van Israël, die redding brengt

De Bruidegom wachtte op het moment waarop de Bruid zou zeggen: ‘Ik weet het niet meer.’ Op dat moment greep Hij in; Hij kwam uit de verborgenheid tevoorschijn en wees haar de goede weg. Maar Hij liet haar geen enkel moment in de steek; Hij trok alleen Zijn manifeste tegenwoordigheid van haar terug, zodat zij Hem niet meer voelde. 

De tegenwoordigheid van Jezus was niet verdwenen uit haar leven, maar wel haar ervaring van Zijn tegenwoordigheid. Maar Hij roept haar tot Zich terug, zodat zij weer Zijn liefde kan ervaren. 

Jes.45:22 Keer terug naar Mij en laat je redden, ook jullie aan de einden der aarde; want Ik ben God, er is geen ander.  

C: Het heerlijke antwoord van Jezus. 
Hgl.1:8 Als je het niet weet, o jij mooiste van alle vrouwen, volg dan het spoor van de kudde, en weid jouw jonge geiten bij de verblijfplaats van de herders. 

Jezus beantwoordt haar wanhopige gebed, en Zijn antwoord is een vitaal onderdeel van het Goddelijke onderwijs over heilige passie. Jezus geeft haar een drievoudig antwoord dat uit zeven onderdelen bestaat. Als we daarbij beseffen dat het getal 3 het getal van de Goddelijke Drie-Eenheid is en het getal 7 het Bijbelse getal voor de volheid van God is, zegt dat meer dan genoeg over de diepte van Jezus’ antwoord aan Zijn Bruid. 

a)  Eerst geeft Jezus haar één algemeen antwoord (Hgl.1:8). 
b)  Daarna geeft Hij haar een drievoudig specifiek antwoord over waar zij Hem kan vinden  (Hgl.1:8). 
c) Tenslotte geeft Hij haar drie bevestigingen om Zijn drievoudige antwoord aan haar te ondersteunen (Hgl.1:9-11).  

Het antwoord van Jezus bestaat dus uit een centraal algemeen antwoord met zes specifieke details; en dit antwoord komt overeen met de manier waarop de werking van Heilige Geest wordt beschreven in de kandelaar van de tabernakel van Mozes. Deze kandelaar had een centrale schacht met zes zijarmen, en zo is ook het antwoord van Jezus aan Zijn Bruid. 

Ex.25:31-33a Maak een lampenstandaard van zuiver goud. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen moeten uit één stuk worden gedreven. De schacht moet zes zijarmen hebben: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant. Deze armen moeten versierd worden met amandelbloesem…… 

In de tabernakel van Mozes en in de tempel van Salomo werd de persoon en de werking van de Heilige Geest uitgebeeld d.m.v. een lampenstandaard; deze standaard of kandelaar werd ‘menorah’ genoemd. Deze uitbeelding van de Heilige Geest komt ook precies overeen met de beschrijving van de Heilige Geest in Jes.11:1-3, want ook daar is de Geest van de Heer de centrale schacht met telkens drie paar zijarmen.

Deze zijarmen zijn de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van kracht en verstandig beleid, en de Geest van kennis en eerbied voor de Heer. Paulus omschreef deze Geest als volgt. 

2 Tim.1:7 God heeft ons …… gegeven…… een Geest van kracht, liefde en bezonnenheid. 

D: Het algemene antwoord van de Bruidegom. 
Hgl.1:8a Als je het niet weet, o jij mooiste van alle vrouwen…… 

Jezus begint met een algemeen antwoord om haar te laten zien hoe God over haar denkt in haar crisis. De eerste stap op weg naar de genezing van haar hart is om te weten hoe God haar ziet in haar zwakheid. Hij openbaart haar dat zij voor Hem nog steeds even mooi is, ook al is ze geestelijk nog onvolwassen. Hij weet dat zij verward is; daarom spreekt Hij eerst tot haar hart, voordat Hij tot haar verstand spreekt. Hij helpt haar Zijn eerste liefde te herinneren. Hgl.1:2 Jouw liefde is veel beter dan wijn. 

Ondanks het harde optreden van de geestelijke leiders en ondanks het zelfverwijt in haar eigen hart, de schaamte en schuldgevoelens, zegt Jezus dat zij voor Hem nog steeds even mooi is. Hoewel zij haar eigen wijngaard niet bewaakt heeft, hoewel zij als een onherkenbaar gesluierde vrouw door het leven gaat, hoewel zij Hem op een afstand dient, is zij voor Hem nog steeds even aantrekkelijk als in het begin, want Hij ziet dezelfde oprechte bedoelingen in haar geest.

Hij richt Zijn aandacht op de lieflijkheid in haar geest en niet op de donkerheid in haar hart. Jezus heeft geloof voor haar toekomstige schoonheid; en in een profetische verklaring noemt Hij haar ‘de mooiste van alle vrouwen’. Hij weet dat zij door Zijn liefdevolle investering zal worden wat zij in Gods ogen al is; zo werkt het proces van heiliging! 

Fil.1:6 Ik ben ervan overtuigd dat Hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus. 

1 Kor.1:8 Hij is het ook die u tot het einde toe de zekerheid geeft dat u geen blaam zal treffen op de dag van onze Heer Jezus Christus. 

1 Tess.5:23-24 Moge de God van de vrede Zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept is trouw en doet Zijn belofte gestand.  

Hij is de enige persoon die ons hart door en door kent. De kracht van onze hoop ligt in de openbaring van de absolute zekerheid van onze persoonlijke overwinning, omdat Hij Zichzelf garant stelt voor die overwinning.  

Ef.1:17-18 Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag, nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen …… 

E: Het drievoudige specifieke antwoord van de Bruidegom. 
Hgl.1:8bc … volg dan het spoor van de kudde, en weid jouw jonge geiten bij de verblijfplaats van de herders. 

Zijn drievoudige specifieke antwoord introduceert haar in het gemeenteleven. Hij geeft haar drie onverwachte antwoorden op haar roep om diepere intimiteit, maar dit zijn niet direct de antwoorden die zij verwacht. Op dit moment geeft Hij haar het eerste deel van het antwoord op de vraag ‘waar laat jij je kudde weiden?’ (Hgl.1:7) 

In Hgl.2:16 weidt Hij tussen de lelies, en dat spreekt van de plaats waar Jezus Zijn Bruid voedt in zuiverheid, vertrouwen, en onschuld. Maar op dit moment brengt Hij haar terug in de kudde van Zijn Gemeente, en Zijn antwoord spreekt van drie specifieke elementen. 

a)  volg dan het spoor van de kudde = toewijding aan het gemeenteleven.  
b)  weid jouw jonge geiten = toewijding aan persoonlijke dienstbaarheid.  
c)  bij de verblijfplaats van de herders = toewijding aan geestelijk gezag.  

E1: Toewijding aan het gemeenteleven. 
Hgl:1:8b …… volg dan het spoor van de kudde…… 

In Joh.10:2-4 maakt Jezus duidelijk dat Hij de Goede Herder is van Zijn kudde; Hij roept Zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze samen naar buiten. Daar gaat Hij voor ze uit en Zijn schapen volgen Hem en zo vinden zij voedsel en water. Daarom zegt Hij tegen de Bruid, dat zij het spoor van de kudde moet volgen, want dan zal zij ook de Herder Zelf vinden. Als zij betrokken raakt bij de gemeente, komt zij terecht op de plaats waar Hij bij Zijn kudde is. De vijand wil ons echter isoleren, zodat hij ons kan vernietigen.  

Haar eenzaamheid is een reactie op gevoelens van schaamte en verwerping; het is geen verwijzing naar haar geheime leven met God. Voor hen die zich verworpen voelen door de gemeente is de verleiding groot om alleen op zoek te gaan naar Jezus; maar het gevolg is vaak isolatie en bitterheid. Jezus zegt hier eigenlijk: Als je wilt dat Ik jou voed en verzadig, zoek Mij dan in het midden van Mijn gemeente. 

Matt.18:20 Want waar twee of drie mensen in Mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden. 

E2: Toewijding aan persoonlijke dienstbaarheid. 
Hgl.1:8c ……weid jouw jonge geiten…… 

Zijn tweede antwoord spoort ons aan om de verantwoordelijkheden, die God ons al gegeven heeft, te blijven verzorgen. Het hier gebruikte Hebreeuwse woord ‘gediyah’ is een aanduiding voor jonge kleine geitjes, m.a.w. het gaat om de verantwoordelijkheid die God Zelf aan haar heeft toevertrouwd.

Hij verwijst haar niet naar de grote verantwoordelijkheden, die de zonen van haar moeder haar toevertrouwden, de grote wijngaarden, maar de kleine taken die zij van God Zelf gekregen heeft. M.a.w. neem geen verantwoordelijkheid voor elke nood, die op je wegkomt; wees niet beschikbaar voor elke bediening, die je tegenkomt. Geef je toewijding alleen aan datgene, wat Hij van je vraagt; dan zal Hij je later grotere verantwoordelijkheden geven. 

Luc.16:10 Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat. 

Jer.45:5a Zou jij dan voor jezelf naar iets bijzonders streven? Doe dat niet! 

Jezus gaf een soortgelijk antwoord aan Petrus toen deze nog met zeer diepe gevoelens van schaamte rondliep vanwege het feit dat hij Jezus driemaal verloochend had; Jezus herstelde de relatie, maar tegelijkertijd gaf de Heer driemaal aan Petrus de opdracht om te zorgen voor de kudde van de Heer (Joh.21:15-17). Tegelijk met het herstel van de relatie werd ook de bediening van Petrus hersteld.  

E3: Toewijding aan geestelijk gezag. 
Hgl.1:8c …… bij de verblijfplaats van de herders.  

Zijn derde antwoord op de vraag waar zij Hem vinden kan, is onderwerping aan geestelijke leiders. Hij zegt: ‘Wees dienstbaar aan de kudde bij de verblijfplaats van de herders van de kudde.’ God gebruikt deze onvolmaakte herders om diepe veranderingen in ons tot stand te brengen. Hij weet dat elke leider, die Hij boven ons geplaatst heeft, onvolmaakt is, maar toch zullen wij Jezus op een intense manier vinden, als wij relatie onderhouden met onvolmaakte leiders. Als wij spanning ervaren door gebrekkig leiderschap over ons leven, kunnen wij ons uitstrekken naar God voor een gezeglijke hart gesteldheid in ons eigen hart naar onze leiders toe. Een gesloten hart voor mensen is ook een gesloten hart voor God; maar een gezeglijk hart voor mensen staat ook open voor de stem van God. 

In Hgl.1:7 spreekt zij over de kudden van Zijn vrienden, terwijl Hij in Hgl.1:8 spreekt over de verblijfplaats van de herders; m.a.w. de herders van de kudde zijn de vrienden van Jezus. Jezus Zelf beschreef twee kenmerken van Zijn vrienden. 

Joh.15:14 Jullie zijn Mijn vrienden wanneer je doet wat Ik zeg. 

Joh.15:15b Ik noem jullie vrienden, omdat Ik alles wat Ik van de Vader heb gehoord, aan jullie heb bekendgemaakt. 

Vrienden van Jezus zijn mensen die Hem gehoorzamen (Joh.15:14), maar die ook deelhebben aan de openbaring die de Vader aan Zijn Zoon Jezus Christus geeft (Joh.15:15b). Op basis van deze twee kenmerken zijn zij gekwalificeerd om herders van Zijn kudde te zijn; zij zijn geroepen tot grote verantwoordelijkheid. 

1 Petr.5:2-3 Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht, niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding. Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld.   

Hand.20:28 Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de Heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die Hij verworven heeft door het bloed van Zijn eigen Zoon.   

Daarom roept de Bijbel ons op om onszelf te onderwerpen aan het geestelijke gezag dat door God is aangesteld; dat maakt hun taak gemakkelijker en het is beter voor ons. 

Hebr.13:7 Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt.   

Hebr.13:17 Gehoorzaam uw leiders en schik u naar hen, want zij waken over uw leven en zullen daarvan ook rekenschap moeten afleggen. Zorg ervoor dat zij hun taak met vreugde kunnen vervullen, zodat ze geen reden tot klagen hebben: dat zou u zeker niet ten goede komen.   

F: Haar oprechtheid wordt bevestigd door de Bruidegom. 
Hgl.1:9-11 Ik vergelijk jou met een merrie voor de wagen van farao, mijn vriendin! Hoe lieflijk zijn jouw wangen te midden van de sieraden, zo is ook jouw hals met een kettinkje om. Wij zullen gouden sieraden voor je maken met stippen van zilver. 

In Hgl.1:9-10 vergelijkt de Bruidegom haar met drie dingen, waarin Hij de schoonheid van haar oprechtheid en de gewilligheid van haar geest bevestigt; daarna geeft Hij haar een belofte in vers 11. Hij geeft haar één bevestiging om Zijn algemene antwoord uit vers 8a te ondersteunen, en Hij geeft haar drie bevestigingen om Zijn drievoudige antwoord uit vers 8b te ondersteunen.  

F1: De bevestiging van Zijn liefde. 
Hgl.1:9b ……mijn vriendin! 

Als allereerste spreekt Hij tot haar hart in de taal van de liefde. Hij gebruikt hier het woord ‘vriendin’ en dat doet Hij 9 keer in het boek Hooglied, telkens wanneer Hij tot haar spreekt (Hgl.1:9+15, 2:2+10+13, 4:1+7, 5:2, 6:4). Het Hebreeuwse woord voor ‘vriendin’ is ‘rayah’ en dat is net als het woord ‘vriend’ (rea) afgeleid van het werkwoord ‘ra-ah’ dat weiden, voeden, hoeden betekent (Hgl.1:7).

Zorgen voor een vriend of vriendin heeft dus het kenmerk van het werk van een schaapherder. Dit openbaart de manier waarop God Zijn relatie met Zijn volk in stand houdt, want God heeft een oneindige genegenheid en hartstocht voor Zijn volk dat in zwakheid leeft. Zijn bewogenheid en Zijn liefde voor oprechte gelovigen gaan elk begrip te boven.  

Ef.3:19a … de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat…… 

Het is echter belangrijk om te zien dat Hij haar nog niet Zijn Bruid noemt. In het boek Hooglied noemt Hij haar 6 keer Zijn Bruid, maar de eerste keer pas in Hgl.4:8, en daarna nog 5 keer in Hgl.4:9-12+5:1. Zo noemde Jezus Zijn leerlingen in Joh.15:14-15 nog vrienden, terwijl Hij hen na Zijn dood aan het kruis broeders noemde (Joh.20:17). Zoals het kruis de hartsvrienden van Jezus veranderde in broeders, zo zal ook het kruis in het boek Hooglied deze vriendin veranderen in een Bruid.

Daarover later in hoofdstuk 4. Maar het is wel belangrijk om te zien dat haar liefde in Zijn ogen gegroeid is tot het niveau waarop Hij haar Zijn vriendin noemen kan, maar nog geen Bruid. Ze is binnengestapt in een gepassioneerde liefdesrelatie met de Bruidegom, die zij haar Geliefde noemt, maar ze heeft nog een lange weg te gaan.  

Conclusie 1: door haar aan te spreken als Zijn vriendin bevestigt Hij Zijn algemene antwoord uit Hgl.1:8a dat zij de mooiste van alle vrouwen is. 

F2: De bevestiging van haar oprechte toewijding. 
Hgl.1:9a Ik vergelijk jou met een merrie voor de wagen van farao…… 

De paarden van Egypte waren in die dagen wereldwijd bekend, want het waren zeer goed getrainde volbloedpaarden; ook Salomo kocht al zijn paarden in Egypte (2Kron.1:16, 9:28). Farao koos voor zichzelf altijd de allerbeste paarden om zijn wagen te trekken. In de Bijbel is het paard een symbool van kracht, maar het is wel een kracht die pas effectief is wanneer het paard onder volledige controle staat van zijn ruiter.

Een wild en onhandelbaar paard zou nooit voor de wagen van de farao ingespannen worden; het risico dat het op hol zou slaan zou veel te groot zijn, en dat zou schade kunnen toebrengen aan de reputatie van de farao. In de context van het boek Hooglied spreekt dit van het feit dat haar kracht onder de controle van Jezus is, wat een synoniem is voor zachtmoedigheid en onderworpenheid. 

Dit is de énige keer in de Bijbel dat gesproken wordt over een merrie; alle andere teksten over paarden in de Bijbel spreken over het paard in zijn algemene vorm zonder aan te geven of het om een mannelijk of vrouwelijk dier gaat.

De Bruidegom legt dus alle nadruk op het gemak waarmee de Bruid vrijwillig onderworpen wil zijn aan haar Bruidegom; zij is geen ontembare persoon die moeilijk te overtuigen is van vrijwillige gehoorzaamheid. De Bruidegom weet hoe Hij haar met overtuigende liefde kan motiveren om Hem te volgen op het pad van vrijwillige overgave. 

Ps.32:9 Wees niet redeloos als paarden of ezels die met bit en toom worden bedwongen, dan zal geen kwaad je treffen.  

Matt.11:29-30 Neem Mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.  

De Bruidegom zegt hiermee, dat Hijzelf haar heeft getraind om voor Hem uit te gaan, d.w.z. Zijn gerechtigheid te doen in de oprechtheid van haar hart.

In vergelijking tot elke ongelovige is zij in Zijn ogen een groot succes vanwege haar honger naar de Bruidegom en haar echte verlangen om Hem te dienen ondanks haar zwakheid. Hij spreekt over de kracht in haar geest, niet over de zwakheid in haar natuurlijke mens.  

Zij ontvangt Zijn kracht in haar eigen natuurlijke zwakheid; dus in deze vergelijking zegt de Bruidegom evenveel over Zichzelf als over haar. Het beeld van een merrie voor de wagen van farao spreekt waarheid over de schoonheid van de Bruid en haar zachtmoedige en oprechte onderwerping, maar het spreekt ook waarheid over het succes waarmee de Bruidegom haar onderwijst. 

2 Kor.12:9 Je hebt niet meer dan Mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid. 

Spr.21:31 Het paard wordt gereedgemaakt voor de strijd, maar de overwinning hangt af van de Heer.  

Toen zij nog in de wijngaarden van de geestelijke leiders werkte, raakte zij enorm uitgeput en teleurgesteld; maar nu zij leert om zich te onderwerpen aan Zijn geestelijk leiderschap, wordt zij een toonbeeld van schoonheid en kracht. 

Rom.8:4-5 Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest. Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil.   

Conclusie 2: door Zijn bevestiging van haar oprechte toewijding wordt zij gestimuleerd om Zijn oproep tot toewijding aan haar eigen verantwoordelijkheid binnen de gemeente te gehoorzamen. 

F3: De bevestiging van haar geestelijke gevoeligheid. 
Hgl.1:10a Hoe lieflijk zijn jouw wangen te midden van de sieraden…… 

De wangen zijn het meest expressieve deel van ons gezicht; al onze emoties zijn af te lezen op onze wangen. Daarom spreken de wangen in het boek Hooglied van de emoties van Bruidegom en Bruid. Sieraden zoals haar ringen en kettinkje worden door een kunstvaardig persoon gemaakt om de schoonheid van de persoon te benadrukken. Dit is ook precies hetgeen Jezus met ons doet. 

Jes.61:3 …… om aan Sions treurenden te schenken een kroon op hun hoofd in plaats van stof, vreugdeolie in plaats van een rouwgewaad, feestkledij in plaats van verslagenheid.  

Hoewel God de verkeerde dingen in ons hart ziet, heeft Hij veel meer oog voor de schoonheid van de passie die in ons groeit. Sieraden worden doelbewust gepolijst en mooi gemaakt door een bekwaam kunstenaar. God zegt hier: ‘Jouw emoties zijn lieflijk, want Ik heb vakkundig in jou een passie voor Mijn Zoon tot stand gebracht.’ 

Het hart van God wordt hierdoor enorm aangeraakt en gezegend. Ondanks dat haar hart aan de buitenkant zwart is als de tenten van Kedar, is haar innerlijke mens mooi als de tentkleden van Salomo. De Bruidegom weet dat de Bruid van Hem houdt. 

Joh.21:17 Heer, U weet alles, U weet toch dat ik van U hou. 

Conclusie 3: door Zijn bevestiging van haar geestelijke gevoeligheid wordt zij gestimuleerd om Zijn oproep tot toewijding aan dienstbaarheid te gehoorzamen. 

F4: De bevestiging van haar onderwerping aan Zijn Goddelijk gezag. 
Hgl.1:10b…… zo is ook jouw hals met een kettinkje om. 

De hals of de nek van een mens spreekt symbolisch van de menselijke wil. De Bijbel spreekt van halsstarrige mensen die hun nek verharden (Spr.29:1); dit spreekt van koppigheid en rebellie. Maar de nek spreekt ook van onderwerping aan God; het is ook de nek die het hoofd in de richting van de goede weg draait. Als een koning zijn tegenstander overwon, zette hij zijn voet op de nek van zijn overwonnen vijand (Joz.10:24), waaruit bleek dat de verslagen vijand onderworpen was. 

Tijdens haar hele groeiproces in passie en hartstocht voor haar Bruidegom groeit zij in vastberaden onderwerping aan Zijn Goddelijk gezag; de omschrijving van de schoonheid van haar hals wordt mooier naarmate zij verder groeit in overgave. 

Hgl.4:4 Je hals is als de toren van David, die gebouwd is met kantelen…… 

Hgl.4:9 Je hebt mijn hart overweldigd…… met één kettinkje aan je hals. 

Hgl.7:4 Je hals is als een toren van ivoor…… 

Conclusie 4: door Zijn bevestiging van haar onderwerping aan Zijn Goddelijke gezag wordt zij gestimuleerd om Zijn oproep tot toewijding aan het geestelijke gezag van de leiders in de gemeente te gehoorzamen.  

F5: Samenvatting van haar drie aantrekkelijke eigenschappen. 
De Bruidegom spreekt over haar hele mens, zowel haar verstand, haar gevoel en haar wil. 

a)  haar verstand is als een merrie voor farao’s wagen, getraind in gerechtigheid. 
b)  haar emoties zijn als wangen, die lieflijk zijn te midden van haar sieraden. 
c)  haar wil is als een hals met een gouden kettinkje versierd. 

  • De profetische omschrijving als Zijn vriendin bevestigt haar als mooiste van alle vrouwen. 
  • De profetische omschrijving van haar toewijding bevestigt haar in verantwoordelijkheid. 
  • De profetische omschrijving van haar gevoeligheid bevestigt haar in dienstbaarheid. 
  • De profetische omschrijving van haar onderwerping bevestigt haar in gehoorzaamheid. 

G: Gods manier van bemoediging en correctie. 
Rom.2:4 Veracht u dan Zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid, en weet u niet dat Zijn goedheid u tot inkeer wil brengen?   

In Openbaring 2 + 3 vinden we zeven brieven van Jezus, die Hij gezonden heeft naar zeven verschillende gemeenten in Asia. Deze brieven zijn typerend voor de manier waarop Hij ons wil bemoedigen en daarna corrigeren. Jezus begint de meeste brieven met een opsomming van de positieve kwaliteiten die Hij in de desbetreffende gemeente ziet, maar daarna legt Hij de vinger op de kwetsbare plek in de gemeente. Zo corrigeert Jezus aan het begin van het boek Openbaring Zijn Bruid van alle eeuwen, en aan het eind van het boek zien we hoe doeltreffend deze manier van bemoediging en correctie werkt. De Bruid heeft de correctie aanvaard en haar leven gereinigd van alles wat haar groei naar volmaaktheid afremt; ze heeft haar manier van leven gewassen in het bloed van het Lam.  

Openb.7:14b …… Zij hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het Lam. 

Openb.19:7-8 Laten we blij zijn en jubelen, laten we Hem de eer geven! Want de bruiloft van  

het Lam is gekomen en Zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen. Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen.   

Hier ontdekken wij de Koning die de macht heeft om als Rechter het rechtvaardige oordeel uit te oefenen over alles wat Zijn liefde als Bruidegom in de weg staat. In deze eerste crisis van de Bruid is Hij zéér voorzichtig in het toepassen van liefdevolle correctie, maar naarmate zij groeit in de liefde zal ook het vuur van Zijn correctie heviger worden. Hij doet dat voor ons eigen bestwil omdat Hij ons wil laten delen in Zijn eigen glorieuze heiligheid.  

Hebr.12:5-7+10b Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door Hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie Hij liefheeft, straft elke zoon van wie Hij houdt… Hij berispt ons voor ons eigen bestwil, om ons te laten delen in Zijn heiligheid.   

H: Een geweldige belofte als afsluiting. 
Hgl.1:11 Wij zullen gouden sieraden voor je maken met stippen van zilver. 

De eerste crisis van de Bruid en het schitterende advies van de Bruidegom worden afgesloten met een zeer bijzondere belofte, waarmee de Bruidegom alles recht wil zetten wat in die eerste crisis van de Bruid scheefgegroeid is. Daarmee laat Jezus zien hoe groot Zijn liefde voor haar is, en hoe sterk Hij bij haar leven betrokken is.

Deze eerste crisis heeft Jezus niet verrast of verbaasd; Hij wist van tevoren dat het komen zou, en doelbewust heeft Hij Zich stilgehouden totdat zij er aan toe was om bij Hem om hulp te komen smeken. Zo bereidde Hij haar voor op Zijn grandioze slotwoord van deze eerste fase van het boek Hooglied waarin Hij, de Koning-Bruidegom, Zichzelf openbaart als de Goede Herder. 

Ze kwam in de crisis als een onherkenbaar gesluierde vrouw bij Hem, maar eindigt hier als Zijn versierde vriendin. 

H1: Gouden sieraden. 
Openb.3:18 Daarom raad Ik u aan: koop van Mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn.  

Een gouden ketting spreekt van koninklijke autoriteit; het waren hoofdzakelijk koningen die in die dagen gouden kettingen droegen als een symbool van zowel hun gezag als van hun rijkdom.

Maar een koning had ook de mogelijkheid om anderen te laten delen in zijn gezag, waarbij hij hen één van zijn gouden kettingen gaf; we zien dat bij Jozef in Gen.41:42, en we zien dat ook bij Daniël in Dan.5:16. 

Goud spreekt van Goddelijke autoriteit, maar wel een autoriteit die is gebaseerd op een karakter dat in het vuur gelouterd is, want het vuur bepaalt het zuiverheidsgehalte van goud. 

Mal.3:2-3 Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer Hij verschijnt? Hij is als het vuur van een smid, als het loog van een wolwasser. Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal Hij zuiveren en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offeren aan de Heer.  

Spr.17:3 De smeltkroes toetst het zilver, de oven toetst het goud, en de Heer toetst het hart.   

Spr.27:21 De smeltkroes toetst het zilver, de oven toetst het goud, de toets voor een mens is zijn faam.   

Het Hebreeuwse woord voor goud (zahab) komt van een woord dat de nadruk legt op het glinsteren van het metaal, m.a.w. het was de bedoeling dat het gezien werd door omstanders. Maar het Hebreeuwse woord voor sieraad (towr) komt van een werkwoord (tuwr) dat de betekenis heeft van zoeken, onderzoeken, verspieden of verkennen. De eigenaar was dus vooral op zoek naar én geïnteresseerd in de waarde van het goud, terwijl omstanders vooral geboeid werden door de prachtige schittering van het goud. De nadruk ligt hierbij op het feit dat het sieraad met grote aandacht en nauwkeurigheid uitgezocht is. Zowel het gouden materiaal als de vorm van het sieraad spreken van nauwkeurige selectie.  

Ezech.20:6 Op die dag zwoer Ik hun dat Ik hen uit Egypte weg zou leiden naar het land dat ik voor hen had uitgezocht (tuwr), een land dat overvloeit van melk en honing, de parel onder de landen.  

Van nature heeft de Bruid geen autoriteit door de zwakheid van haar hart; de zwakheid van haar natuurlijke karakter verhindert haar om het Goddelijke karakter van de Bruidegom te demonstreren. Maar Hij belooft haar dat Hij ervoor zal zorgen dat zij versierd zal worden met hemelse autoriteit, die door iedereen gezien zal worden vanwege het goud dat waarde geeft aan het sieraad. Jezus kent de werkelijke waarde van het goud in ons leven, maar de mensen zullen de schittering van het sieraad zien.  

Rom.14:17-18 Want het koninkrijk van God is een zaak van gerechtigheid, vrede en vreugde door de Heilige Geest. Wie Christus zo dient, doet wat God wil en wordt door de mensen gerespecteerd.   

Als wij dit louterende vuur van beproeving toestaan in ons leven, zodat het goud van Gods karakter in ons hart gestalte gaat krijgen, zal Jezus ons steeds meer bekleden met hemelse autoriteit om mensen vrij te zetten van hun zonden, verwondingen en gebondenheden. 

Matt.16:19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.   

Luc.12:32 Vrees niet, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk willen schenken.   

H2: Zilveren stippen. 
Zilver werd vaak gebruikt als betaalmiddel voor het vrijkopen van slaven of het betalen van losgeld. Het Hebreeuwse woord voor zilver (keceph) komt van het werkwoord ‘kacaph’ dat spreekt van vurig verlangen, smachten of uitzien naar. Een slaaf of een gevangene verlangde hevig naar bevrijding uit zijn situatie; om hem te kunnen bevrijden was er losgeld nodig en dat bestond altijd uit zilveren munten.  

Ook hadden de Israëlieten de opdracht van God gekregen om zilveren shekels te betalen als een vorm van losgeld ter verzoening, voordat zij deel mochten nemen aan het dienen van God (Ex.30:11-16, Lev.27:2-3). Zilver spreekt daarom van verlossing als antwoord op een vurig verlangen van degene voor wie de verlossing bestemd is. 

Ps.84:3 Van verlangen (kacaph) smacht mijn ziel naar de voorhoven van de Heer. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God.  

Het Hebreeuwse woord voor ‘stippen’ komt van een woord dat te maken heeft met het maken van een merkteken d.m.v. boren of branden; m.a.w. het zilver van de verlossing wordt door de Bruidegom als een ingebrand merkteken op het gouden sieraad aangebracht.

Het zilver kan niet van het sieraad verwijderd worden zonder het sieraad te beschadigen; want het zilver is onlosmakelijk verbonden met het goud. Stippen (naqod) komen wij in de Bijbel alleen tegen in Gen.30:32-39+31:8-12 waar gesproken wordt over gespikkelde schapen en geiten.  

Welnu, zoals de vlekken en spikkels op de huid van een dier niet verwijderd kunnen worden zonder het dier te verwonden, zo kunnen ook deze zilveren stippen niet verwijderd worden van het gouden sieraad zonder dat dit sieraad beschadigd raakt. 

De Bruidegom belooft Zijn Bruid, dat Hij voor haar gouden sieraden met zilveren stippen zal maken, d.w.z. dat Hij Zelf zorgdragen zal voor een Goddelijk karakter (goud) in haar leven, en

Hij zal haar leven ook karakteriseren door het evangelie van de verlossing (zilver), waarbij Hij haar ook zal gaan gebruiken als een instrument tot verlossing en bevrijding van mensen.  

H3: Een proces van vernieuwing. 
Jes.60:17 In plaats van koper zal Ik je goud brengen, in plaats van ijzer breng Ik zilver, koper in plaats van hout, ijzer in plaats van stenen. Ik stel de vrede aan als wachter en de gerechtigheid als het gezag.  

Goud en zilver zijn edelmetalen; beide zijn het eindproduct van een proces van vernieuwing d.m.v. een smeltproces in het vuur. Er is in Jes.60:17 sprake van twee processen waarin de goedkope materialen hout en steen omgezet worden in kostbare edelmetalen. 

Het ene proces is steen-ijzer-zilver; het andere proces is hout-koper-goud. Het resultaat van deze twee processen is dat de vrede van God als een wachter over ons leven waakt en ook dat de gerechtigheid van God gezag over ons leven heeft. 

a) vrede als wachter: als gevolg van het proces van loutering d.m.v. vuur ontstaan er twee edele metalen, namelijk goud en zilver; de eerste vrucht daarvan is dat de vrede van God als een wachter over ons leven waakt. Job gebruikte ditzelfde Hebreeuwse woord ‘pequddah’. 

Job 10:12 U schonk mij het leven en de liefde, Uw zorg heeft mij bewaard. 

Een van de blijvende resultaten van het evangelie is dat wij vrede hebben met God door onze Heer Jezus Christus (Rom.5:1); er is echter een groeiproces nodig om deze vrede te kunnen handhaven onder de heerschappij van Christus. 

Kol.3:15 Laat in uw hart de vrede van Christus heersen…… 

Paulus gebruikte voor het woord ‘heersen’ het Griekse werkwoord ‘brabeuo’ dat te maken heeft met het vaststellen van een definitieve beslissing; een ‘brabeus’ was een scheidsrechter die het laatste oordeel velde in een gerechtelijk proces of een sportieve wedstrijd. Het woord van God roept ons op om de vrede van God te gebruiken voor het vaststellen van de wil van God in bepaalde situaties waarin wij niet altijd duidelijk weten wat het geschreven woord van God zegt.

In het volgende vers roept Paulus ons op om de woorden van Christus in al hun rijkdom in ons te laten wonen, maar in die situaties waarbij wij geen direct woord van Christus hebben, geeft de vrede van Christus het doorslaggevende oordeel. 

b) gerechtigheid als gezag: het hier gebruikte woord voor ‘gezag’ is het Hebreeuwse werkwoord ‘nagas’ dat de betekenis heeft van sterk aandringen, iemand zijn wil opleggen; we vinden dit woord onder andere in de volgende tekst. 

Zach.10:3b-4 De Heer van de hemelse machten zal zich ontfermen over het volk van Juda, Zijn kudde, en het tot Zijn prachtig strijdros maken. Uit dit volk komt de hoeksteen voort, de tentpin en de oorlogsboog, uit dit volk komen alle overwinnaars (nagas).   

Terwijl de vrede van God ons beschermt als aanbidders in de tegenwoordigheid van God (goud), is het de gerechtigheid van God die ons juist aanspoort als boodschappers van verlossing (zilver). Door Zijn belofte van een gouden sieraad met zilveren stippen uit te spreken vervult de Bruidegom haar diepste wens uit Hgl.1:4 Trek mij met je mij, daarna zullen wij gaan rennen. 

Jezus geeft haar een gouden sieraad waarmee Hij haar tot Zich trekt als een aanbidster, maar Hij geeft haar ook zilveren stippen waarmee Hij haar als een boodschapster van verlossing de wereld in kan laten rennen. Zo komen ook in de gouden sieraden met zilveren stippen de twee grote geboden van het woord van God (Matt.22:37-40) tot hun recht. 

H4: Een werk van God de Drie-Eenheid. 
Het woord ‘wij’ in Hgl.1:11 spreekt van zowel God de Vader als van God de Zoon als van God de Heilige Geest. Het is de samenwerkende genade van de Drie-Enige God, die de individuele gelovige zal gaan veranderen in sieraden van goud met zilveren stippen.  

Gen.1:26 God zei: Laten Wij mensen maken die Ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken; zij moeten heerschappij voeren……  

Hier gaat de droomwens van de Bruid in vervulling, want in Hgl.1:2 vroeg zij om de kussen van Zijn mond en hier kust de Bruidegom haar met de woorden van een enorm krachtige belofte. Hij belooft haar dat zij als gevolg van Zijn woord zal veranderen in een persoon die een zuivere demonstratie is van Zijn Goddelijk karakter en Zijn verlossend werk. Hij beantwoordt ook nog steeds haar vraag uit Hgl.1:7: ‘Zeg mij toch, mijn allerliefste, waar jij je kudde laat weiden.’ 

Op de vraag waar Hij haar hart zal voeden, antwoordt Hij met de belofte, dat Hij haar zal veranderen in een persoon met een Goddelijk karakter en een bediening van bevrijding. Zij zal zowel een aanbidder van God zijn als een getuige van het verlossende evangelie van Jezus Christus. 

Spr.25:11-12 Het juiste woord op de juiste tijd is als een gouden appel op een zilveren schaal. Een wijze vermaning voor een luisterend oor is als een gouden ring, een sieraad van het zuiverste goud.   

Het grote geheim van dit geweldige slotwoord van Jezus de Bruidegom is Zijn belofte om de Heer van het werk te zijn, nadat zij volledig uitgeput en gedemotiveerd was geraakt in het werk van de Heer. Hij is de Heer van de oogst (Luc.10:2), maar Hij is ook de Heer van de sabbat (Luc.6:5).

Hij laat haar zien hoe groot Zijn kracht is om het koninkrijk van God in haar hart zichtbaar te maken nadat zij had verzuimd om haar hart als de wijngaard van Goddelijke passie te verzorgen.  

Ex.14:14 De Heer zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen.   

Jes.60:17 Ik stel de vrede aan als wachter en de gerechtigheid als het gezag.  

Ezech.36:27 Ik zal jullie Mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens Mijn wetten leven en Mijn regels in acht nemen.   

Marc.1:17 Jezus zei tegen hen: Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken

Jezus brengt haar tot rust door een drievoudig advies gevolgd door een drievoudige profetische bemoediging, terwijl Hij dit afsluit met een grandioze belofte; zij mag rusten in Hem terwijl Hij Zijn werk doet in haar. Haar rust heeft echter wel het karakter van een gelovige gehoorzaamheid; er is geen sprake van een passieve houding van afwachten, maar van een actieve houding van verwachten. Jezus spreekt tot ons dezelfde woorden als Paulus. 

Fil.2:12-13 Geliefde broeders en zusters, u bent altijd gehoorzaam geweest toen ik bij u was. Wees het des te meer nu ik niet bij u ben. Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het Hem behaagt.   

Alleen Hij kan ons gegeven wat wij zo nodig hebben, zodat wij Hem kunnen geven waar Hij zo recht op heeft. Hij belooft ons datgene te geven en in ons tot stand te brengen wat wij zo hard nodig hebben om Hem te kunnen dienen.

De Bruid heeft hard gewerkt in de kracht van haar eigen inspanning, maar nadat zij uitgeput was en haar eigen wijngaard verwaarloosd had, gaf zij zichzelf opnieuw aan Hem en ontving zij de belofte dat Hij van haar een aanbidder zou maken met een gouden sieraad dat bezaaid zou zijn met het vruchtbare werk van een getuige van Zijn verlossing.  

Zo brengt Jezus door Zijn belofte een proces op gang waarin wij de heerlijke vruchten van sierlijke heiligheid mogen zien groeien in ons leven. Nadat de Bruid ‘werkheiligheid’ tot stand had proberen te brengen geeft de Bruidegom haar heiligheid als een sieraad, niet als een gevolg van haar inspanning maar als vrucht van Zijn genade.

De kwestie van wet of genade is niet een kwestie van wél of géén inspanning, maar een kwestie van vertrouwen en motivatie. De wet van de inspanning en de wet van vertrouwen staan beide in de Bijbel opgeschreven (Rom.3:27), maar de wet van inspanning leidt tot faillissement, terwijl de wet van vertrouwen leidt tot een leven vanuit genade waarin wij God dienen als een werktuig van gerechtigheid. 

Er zijn echter twee valse expressies van genade. De ene opvatting van genade leidt tot wetticisme waarbij de kerngedachte is dat God van ons houdt omdat wij zoveel toewijding voor Hem hebben; de verborgen gedachte is dat wij meer van God houden dan Hij van ons en dat wij Zijn liefde kunnen verdienen door onze toewijding.

De andere valse opvatting van genade leidt tot losbandigheid omdat de gedachte wordt gekoesterd dat God zonden door de vingers ziet, maar dit maakt het evangelie van het kruis krachteloos. 

De echte genade is dat God de initiatiefnemer in ons leven is en door Zijn gepassioneerde liefde ons binnenleidt in een leven van passie, waarbij Hij altijd de initiatiefnemer blijft. Zijn passie voor ons ontwaakt in ons een passie voor Hem.  

Ps.37:4-5 Zoek je geluk bij de Heer, Hij zal geven wat je hart verlangt. Leg je leven in de handen van de Heer, vertrouw op Hem, Hij zal dit voor je doen

Getekend: V.v.d.B.

Copyright betekent voor uitsluitend de studieartikelen op deze website: ‘Right to copy’. Eenieder mag voor studiedoeleinden de artikelen gebruiken en als nodig aanpassen.