Salomo, de schrijver van het boek Hooglied.
Hooglied 1:1 Het allermooiste lied, van Salomo.
A: Salomo en zijn afkomst.
De schrijver of liever gezegd de dichter van het boek Hooglied is Salomo; daarom wil ik in dit tweede document over Hooglied stilstaan bij de persoon Salomo en hoe hij door God werd geroepen en met de Heilige Geest gezalfd om de dichter te worden van het boek Hooglied. Salomo was een zoon van koning David van Israël, en hij volgde zijn vader David op als koning; hij regeerde ongeveer van 970-930 v.Chr. en tijdens zijn regeerperiode kende Israël een enorme economische en politieke bloei.
Salomo zelf werd vooral bekend door zijn grote wijsheid, waarmee hij advies gaf op vele gebieden van het leven; het waren zijn wijsheid maar ook zijn rijkdom die hem internationaal een groot aanzien gaven. Vele mensen kwamen vanuit het buitenland naar Jeruzalem om met eigen ogen de welvaart te zien, waarmee Salomo zich omringd had, en ook om met eigen oren naar de wijsheid van Salomo te luisteren.
1 Kon.10:23-25 Koning Salomo overtrof alle andere koningen op aarde in rijkdom en wijsheid. Uit alle delen van de wereld kwamen mensen naar Salomo toe om te luisteren naar de wijsheid waarmee God hem vervuld had. En allemaal brachten ze geschenken mee: zilveren en gouden voorwerpen, gewaden, wapens, reukwerk, paarden en muildieren. Dat ging zo jaar in jaar uit.
Het was overigens zeer opmerkelijk dat juist Salomo de troonopvolger van David geworden was; hij was namelijk slechts één van de vele zonen van koning David, maar in de lijn van geboorte kwam hij absoluut niet in aanmerking voor het koningschap. Salomo was namelijk een zoon, die David bij een vrouw met de naam Batseba verwekt had, maar zij was pas de achtste vrouw van David. Voordat David met haar trouwde, was hij al met zeven andere vrouwen in het huwelijk getreden, en David had toen al zes zonen gekregen.
Batseba was de vrouw met wie David volgens 2 Sam.11 overspel pleegde, want zij was de vrouw van Uria, een beroemd militair uit David’s leger, toen David met haar in bed kroop. Omdat Batseba zwanger raakte door dit overspel, liet David haar man Uria met opzet doden in de oorlog tegen de vijand, en trouwde hij met haar. Het eerste kind, dat een buitenechtelijk kind was, stierf, maar uit hun huwelijk werden nog vier zonen geboren, waarvan Salomo pas als vierde genoemd wordt (1Kron.3:5); daaruit blijkt dat hij waarschijnlijk de jongste van de vier was.
Dat betekent dat Salomo in ieder geval zes oudere halfbroers had en ook nog eens drie volle broers die ouder waren dan hij; de conclusie is dat hij daarmee op zijn vroegst de tiende zoon van David was en als prins geen enkele aanspraak kon maken op de troon van zijn vader. Hij had geen schijn van kans op het koningschap over Israël; er gingen in ieder geval negen oudere troonopvolgers aan hem vooraf. Maar het gebrek aan menselijke kansen maakt een mens tot een grote kanshebber voor de genade van God.
1 Kor.1:26-29 Denk eens aan uw roeping, broeders en zusters. Onder u waren er niet veel die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren. Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen.
B: Salomo en zijn roeping van God.
In 2Sam.7 en 1Kron.17 lezen we dat David een plan bedacht om voor de Heer een huis te bouwen, want David zelf woonde op dat moment in een paleis, terwijl de troon van de Heer (de ark) nog in een tent stond, en David wilde voor de Heer ook een huis, een echte tempel gaan bouwen.
Maar de Heer corrigeerde David in zijn – overigens goedbedoelde – plannen, want hij mocht voor de Heer geen huis bouwen. Toch beloofde de Heer hem in beide hoofdstukken dat één van David’s eigen zonen wél een huis voor de Heer zou mogen bouwen. En toen David deze gebeurtenis later aanhaalde, vertelde hij erbij dat de Heer ook de naam van deze zoon genoemd had.
1Kron.22:8-10 Maar de Heer heeft zich tot mij gericht met de woorden: Jij hebt ten overstaan van Mij veel bloed vergoten en grote oorlogen gevoerd. Daarom zul jij geen huis bouwen voor Mijn naam, je hebt te veel bloed vergoten. Maar je zult een zoon krijgen. Hij zal een man van vrede zijn, want Ik zal hem rust geven door hem van al zijn vijanden te verlossen. Salomo zal hij daarom heten; tijdens zijn bewind zal Ik Israël rust en vrede schenken. Hij zal een huis bouwen voor Mijn naam. Hij zal voor Mij een zoon zijn en Ik voor hem een vader, en Ik zal ervoor zorgen dat zijn troon in Israël niet zal wankelen.
C: Een tweede naam voor Salomo.
Nadat David overspel gepleegd had met Batseba en hij vervolgens stiekem haar man had laten vermoorden, nam hij uiteindelijk toch verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zijn wandaden en trouwde hij met haar. Het buitenechtelijk verwekte kind stierf, maar ze kregen samen nog verschillende andere kinderen waaronder Salomo.
2Sam.12:24-25 David troostte zijn vrouw Batseba. Hij sliep met haar en ze kreeg een zoon, die hij Salomo noemde. De Heer had het kind lief en gaf het bij monde van de profeet Natan de naam Jedidja, dat is “Lieveling van de Heer.”
Bij zijn geboorte kreeg Salomo zijn eerste naam, die David volgens 1Kron.22:9 van de Heer ontvangen had; David wist dus bij de geboorte van Salomo, dat dit de beloofde zoon was die hem als koning zou opvolgen en die ook een huis voor de Heer zou bouwen. Hoe hij dat wist lezen we niet in de Bijbel, maar direct na de geboorte ontving David een boodschap van de profeet Natan, dat de Heer nog een andere naam voor Salomo had en dat was de naam Jedidja, wat ‘lieveling van Jehovah’ betekent. Salomo kreeg dus twéé namen van de Heer!
1: de naam Salomo – deze naam is afgeleid van het Hebreeuwse woord ‘shalom’, wat ‘vrede’ betekent; de Heer had beloofd, dat Salomo een man van vrede zou zijn en dat onder zijn heerschappij het volk Israël vrede en rust zou ervaren. De naam Salomo had dus alles te maken met zijn taak en bediening als koning over het volk Israël, want God had David het volgende beloofd over Salomo: Hij zal een huis bouwen voor Mijn naam (1 Kron.22:10a).
2: de naam Jedidja – deze naam is afgeleid van twee Hebreeuwse woorden, namelijk ‘jediyd’, wat ‘geliefde’ betekent, en ‘Jah’ wat een verkorte vorm van de Hebreeuwse naam van God ‘Jehovah’ is. Deze naam had te maken met de persoonlijke relatie die Salomo met Jehovah, de God van Israël, mocht ervaren, want God had gezegd: Hij zal voor Mij een zoon zijn en Ik zal voor hem een vader zijn (1Kron.22:10b).
We zien dus dat God twee namen aan hem gaf; de naam Salomo (vrede) had vooral te maken met het werk dat hij voor God mocht doen, maar de naam Jedidja (geliefde) had vooral te maken met de relatie die God met hem wilde onderhouden. Dit tweevoudige principe van werk en relatie vormt een grondpatroon voor de manier waarop Jezus de Bruidegom in het boek Hooglied de Bruid onderwijst over de principes van het bruidsperspectief. Dat zullen we in een volgend document zien.
D: Salomo’s gebed om wijsheid.
In 1Kon.3:5 en 2Kron.1:7 verscheen God aan Salomo in een droom en Hij zei: “Vraag wat je maar wilt en Ik zal het je geven.” Een dergelijke vraag van God is altijd een heel belangrijke test in het leven van een mens; deze vraag is niet bedoeld als een vrijbrief om alles maar te kunnen krijgen wat wij willen. God was met deze vraag op zoek naar de hartsgesteldheid van Salomo, en Salomo gaf blijk van een goede training door zijn vader David. Hij vroeg niets wat zijn machtspositie kon versterken, zoals rijkdom, roem, overwinning over de vijand, of een lang leven. Deze dingen zouden zeer waarschijnlijk zijn macht hebben vergroot maar zijn afhankelijkheid van God hebben verkleind! In tegenstelling tot Adam en Eva greep hij niet naar de boom der kennis, die er aanlokkelijk uitzag om daarvan wijsheid te krijgen (Gen.3:6), maar hij stelde zich volledig afhankelijk van God op en vroeg om die wijsheid, waarmee hij leiding kon geven aan het volk van God.
Jac.1:5 Komt iemand van u wijsheid te kort? Vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven.
Het grote geheim achter het succes van Salomo was dat hij zich volledig afhankelijk van God opstelde en van Gods aanbod géén gebruik maakte om meer macht – en daarmee dus ook meer onafhankelijkheid – te krijgen.
E: De tempelbouw van Salomo.
In 2Kron.2-4 liet Salomo een tempel voor de Heer bouwen en in 2Kron.5-6 werd de tempel ingewijd. De glorie van de Heer daalde daarop in de tempel neer (2Kron.5:13-14 + 7:1-2) en zo werd de tempel van God ingewijd. Daarna vierden Salomo en het volk Israël zeven dagen lang het Loofhuttenfeest. Na afloop van alle festiviteiten verscheen de Heer opnieuw in een droom aan Salomo (2Kron.7:12), waarbij God beloofde vanuit deze nieuwe tempel het volk Israël te zullen beschermen. Deze tempel was het symbool van de tegenwoordigheid van de Heer én de afhankelijkheid van Salomo. Op deze plaats bad hij ook Psalm 127, waarin hij zijn vrijwillige afhankelijkheid van de Heer bevestigde.
Ps.127:1 Als de Heer het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de Heer de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde.
Psalm 127 is een expressie van de afhankelijkheid van Salomo. Direct al in het eerste vers gaf Salomo te kennen dat hij zonder de hulp van de Heer niet in staat zou zijn geweest om de tempel te maken tot wat zij geworden was, namelijk een woonplaats van de Heer. Vanuit deze aardse woonplaats beloofde de Heer dat Hij zou waken over het volk Israël, en Salomo besefte dat zonder de hulp van de Heer elke militaire bescherming tevergeefs zou zijn. Maar Salomo schreef nog iets anders in deze psalm.
Ps.127:2 …… Hij geeft het Zijn lieveling in de slaap.
Met deze uitspraak kwam Salomo bij de kern van het succes van zijn leven, want het woord ‘lieveling’ is in het Hebreeuws het woord ‘yediyd’ en dit woord vormde samen met Gods naam ‘Jah’ de tweede naam van Salomo, die hij in 2Sam.12:25 bij zijn geboorte van de Heer kreeg, namelijk ‘Jedidja.’ Salomo kreeg de naam Salomo vanwege de opdracht om de tempel van de Heer te bouwen, maar hij kreeg de naam Jedidja vanwege zijn relatie met de Heer. Salomo voerde met dit ene zinnetje uit Ps.127:2 zijn succes terug naar zijn relatie met de Heer, en in deze relatie noemde hij zichzelf Gods geliefde.
Hiermee verklaarde Salomo dat het bij hem niet om het werk voor de Heer ging, maar in de eerste plaats om de Heer van het werk zelf. Al het succes van zijn leven had hij inderdaad door één openbaring van de Heer gekregen, en deze openbaring kwam tijdens een droom in de nacht. Terecht zei Salomo dat God het Zijn lieveling tijdens de slaap gaf, en zo vervulde Salomo de tweevoudige opdracht van zijn vader David.
1 Kron.28:9-10 En jij, Salomo, mijn zoon, ken de God van je vader en dien Hem met volle overgave. Want de Heer onderzoekt alle harten en kent alle verlangens en gedachten. Als je Hem zoekt, zul je Hem vinden; als je Hem verlaat, zal Hij je voor eeuwig verstoten. Zie, de Heer heeft jou uitgekozen om een tempel te bouwen die Hem als heiligdom zal dienen. Ga dus vastberaden aan het werk.
F: Salomo als schrijver-dichter voor God.
Salomo is naast zijn leven als koning over Israël ook bekend geworden als de auteur van drie Bijbelboeken, en deze drie boeken zijn Spreuken, Prediker en Hooglied. In de volgorde waarin deze drie boeken in de Bijbel staan ontdekken wij de groeiende lijn in zijn leven, want in het boek Spreuken is hij nog volop Salomo, zoon van David en koning van Israël (Spr.1:1). In het boek Prediker is hij echter Prediker, de zoon van David en koning in Jeruzalem (Pred.1:1); in het boek Hooglied komt hij tot de volle ontplooiing van zijn tweede naam Jedidja, de geliefde van de Heer.
In de joodse traditie worden deze drie boeken vergeleken met de drie verschillende gebieden in de tabernakel van Mozes. Het eerste gebied was de voorhof, een gebied in de buitenlucht maar binnen de omheining van de tent waar iedere Jood mocht komen. Het tweede gebied was het heilige, het voorste deel van de tent waar alleen de priesters mochten komen. Het derde gebied was het allerheiligste, het achterste verborgen deel van de tent waar alleen de hogepriester één keer per jaar mocht komen op de Grote Verzoendag, een dag die ook wel bekend geworden is als Yom Kippur (Lev.16).
Door de hele Bijbel heen maar vooral in de brief aan de Hebreeën wordt ons getoond dat het geestelijke leven een groeiproces is door deze drie gebieden heen. We beginnen ons leven
als gelovige in de voorhof, maar we worden uitgedaagd om de geestelijke weg via de eerste tent naar de tweede tent te gaan. In de joodse traditie werden deze drie gebieden ook wel de weg, de waarheid en het leven genoemd en hierin was de tabernakel een afspiegeling van de Heer Jezus Christus zelf.
Joh.14:6 Jezus zei: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.
Salomo laat ons in deze drie boeken Spreuken, Prediker en Hooglied zien hoe wij kunnen groeien van vrede (Salomo) als beginpunt naar de volle liefde van God (Jedidja) als eindpunt. Zo zei Paulus in zijn brief aan de Romeinen, dat wij als rechtvaardigen aangenomen worden op grond van ons geloof en dat wij daarom in vrede leven met God (Rom.5:1); dit is het allereerste resultaat van het evangelie. Maar als wij verdergaan op onze reis door het leven en te maken krijgen met problemen, tegenslagen of zelfs vervolging terwille van ons geloof, mogen wij in dit alles overwinnen dankzij Jezus die ons liefheeft (Rom.8:37). Wij starten dus met vrede en we finishen dankzij de liefde.
G: Het boek Spreuken.
In het boek Spreuken wordt de identiteit van Salomo vooral bepaald door het feit dat hij een zoon van David is en dat hij koning van Israël is (Spr.1:1). In dit boek vinden wij het resultaat van Gods antwoord op zijn gebed om wijsheid (2Kron.1:10); van de 149 keer in het Oude Testament komt het woord wijsheid maar liefst 38 keer in het boek Spreuken voor. Het uitgangspunt voor deze wijsheid is het ontzag voor God.
Spr.1:7 Het begin van alle kennis is ontzag voor de Heer.
Spr.2:6 Want het is de Heer die wijsheid schenkt, Zijn woorden bieden kennis en inzicht.
Spr. 9:10 Wijsheid begint met ontzag voor de Heer, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.
Maar hoewel het kennen van de Heer de basis is voor het ontvangen van wijsheid gaat het boek Spreuken vooral over het onderscheid tussen de dwaze en de wijze mens. De dwaas is degene die het huis van de Heer niet binnengaat en géén relatie met God ontwikkelt; diep in zijn hart denkt hij namelijk dat er geen God is (Ps.14:1) en hoewel hij uiterlijk zich religieus kan voordoen, wordt zijn leven bepaald door de dwaasheid van zijn ongeloof.
Spr.19:3 Dwaasheid brengt een mens op de verkeerde weg, dan keert hij zich verbitterd tegen de Heer.
De wijze man in het boek Spreuken is degene die wel verstandig is, ómdat hij op zoek is naar God (Ps.14:2); hij is het huis van de Heer wél binnengegaan.
Jer.9:22-23 Dit zegt de Heer: De wijze moet zich niet beroemen op zijn wijsheid, de sterke niet op zijn kracht, de rijke niet op zijn rijkdom. Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich erop beroemen dat hij Mij kent.
In het boek Spreuken is Salomo de voorhof van Gods wijsheid binnengegaan; in Spr.1-9 spreekt hij over God als de Bron van alle wijsheid en in Spr.10-31 spreekt hij over de wijsheid als de bron voor alle menselijke interactie.
H: Het boek Prediker.
In het boek Prediker noemt Salomo zichzelf niet bij zijn naam, maar omschrijft hij zichzelf zeven keer als ‘prediker’ wat een vertaling is van het Hebreeuwse woord ‘qoheleth’; dit woord is afgeleid van het werkwoord ‘qahal’ wat vertaald wordt als verzamelen, vergaderen, bijeenroepen, samenkomen.
Salomo is dus niet zozeer een prediker in dit boek, maar iemand die veel wijsheid verzameld heeft en daarover nagedacht heeft. In dit boek vinden we 28 keer het woord wijsheid, maar in tegenstelling tot de zekerheid van het boek Spreuken komen we hier de keerzijde van de wijsheid uit de voorhof tegen. Maar liefst 31 keer gebruikt Salomo de uitdrukking ‘onder de zon’ of ‘onder de hemel’ en zowel zijn conclusie aan het begin van het boek (Pred.1:2) als zijn conclusie aan het eind van het boek (Pred.12:8) luiden dat het leven op aarde zinloos is, hoewel het bijzonder plezierig kan zijn. Zijn advies is dan ook om van het leven te genieten (Pred.2:24, 3:12-13, 3:22, 5:17-19, 6:9, 7:14, 8:15, 9:7-9, 11:7-9). Het opmerkelijke is dan ook dat dit boek met zijn vaak sombere taal in de joodse traditie tóch tot de feestrollen behoort, waarschijnlijk om de herhaalde oproep om van het leven te genieten.
Zoals het boek Spreuken ons vanuit de wereld van de dwaasheid door de poort van Gods huis wil binnenleiden in de voorhof van wijsheid, zo wil het boek Prediker ons vanuit de voorhof van het leven onder de zon met al zijn menselijke aanwezigheid binnenleiden in het heiligdom van de aanwezigheid van God, waar wij Hemzelf beter kunnen leren kennen. Maar Prediker laat ons ook zien, dat een leven vol ervaring, kennis en vervulling nog steeds geen blijvende vrede brengt in de diepste innerlijke mens.
Pred.12:13-14 Alles wat je hebt gehoord komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens, want God oordeelt over elke daad, ook over de verborgen daden, zowel over de goede als de slechte.
Prediker spreekt daarom ook over een leven van zoeken, terwijl Hooglied spreekt over een leven van rusten na het zoeken. Prediker vertelt ons dat kennis op zichzelf nooit bevredigen kan, maar Hooglied vertelt ons dat de mens alleen door de liefde bevrediging kan vinden. Prediker vertelt over het najagen van alle dingen onder de zon, terwijl Hooglied heel specifiek vertelt over het najagen van de dingen die bij Christus zijn (Kol.3:1-3), dus boven de zon!
De boeken Spreuken en Prediker laten ons een belangrijk principe zien: hoe dichter je bij God komt, hoe meer je van Hem gaat houden maar hoe minder je Hem gaat begrijpen!!
I: Het boek Hooglied.
Na de stellige zekerheid van het boek Spreuken dat zich afspeelt in de voorhof, en na de worsteling met onzekerheid in het boek Prediker dat zich afspeelt in de eerste tent, komen wij in het boek Hooglied dat ons meeneemt naar de grootste en meest intense openbaring van het wezen en karakter van God. In de voorhof speelde het geloofsleven zich af bij het licht van de zon; in het heilige speelde het geloofsleven zich af bij het licht van een kandelaar, maar in de allerheiligste tent was de stralende glorie van God de enig aanwezige lichtbron.
Hooglied spreekt over onze eeuwige bestemming in het bovennatuurlijke leven. Het boek Hooglied brengt ons de echte vervulling van de diepste verlangens van ons hart door ons in aanraking te brengen met de hartstochtelijke liefde van onze Koning en Bruidegom.
De reis door de tabernakel is een reis van het veilige licht temidden van de aanwezigheid van veel mensen op weg naar een plaats waar alles onzeker is behálve de intens liefdevolle aanwezigheid van God Zelf. In dit proces groeien wij van onze zeer beperkte kennis van de Bijbel naar de onuitputtelijke openbaring van het wezen en karakter van God. Daarom is het nodig dat wij de lijn van openbaring zien waarmee God Zichzelf stapje voor stapje heeft geopenbaard aan Zijn volk door alle eeuwen heen.
Elke generatie kreeg een heel klein stukje van het wezen van God geopenbaard en d.m.v. deze opeenvolgende openbaringen over Zichzelf maakte God Zichzelf stapje voor stapje bekend aan het volk van Israël en in hun voetsporen ook aan de gemeente van Jezus Christus uit de heidenen.
J: De openbaring van God over Zichzelf in de Bijbel.
1: Abraham.
Abraham kreeg in een achttal ontmoetingen met God specifieke intieme openbaring over de almachtige Schepper, die zijn persoonlijke Vriend wilde zijn.
2: Mozes.
Mozes kreeg in een jarenlange relatie met God intieme openbaring over de rechtvaardige Rechter, die vanuit een jaloerse passie in vurige liefde over Zijn volk waakte.
3: David.
David leerde door jarenlange intieme omgang met God de schoonheid van een God kennen, die vol verlangen en hartstocht Zijn vreugde en plezier over Zijn kinderen bekendmaakte.
4: Salomo.
Salomo kreeg profetische openbaring over de Bruidegom-God en maakte deze openbaring in profetische beeldspraak d.m.v. het boek Hooglied aan het volk Israël bekend.
5: de profeten.
De profeten kregen verdere openbaring over al deze aspecten van het wezen van God en zij ontvingen ook profetische aankondiging van nieuwe openbaringen.
6: de evangeliën.
In de evangeliën wordt openbaar gemaakt dat deze Bruidegom-Rechter-God volledig mens is geworden en in ons midden heeft gewoond.
7: de brieven.
De brieven van de vijf apostelen openbaren ons dat deze God-Mens onze partner is en dat Hij ons als Zijn partner wil hebben.
8: het boek Openbaring.
Het boek Openbaring openbaart de climax van de Schepper, de Rechter, de Schoonheid, de Bruidegom, de God-Mens, en de Partner.
K: Jezus in het boek Hooglied.
1: Jezus heeft de positie van de Koning die alle macht heeft om al Zijn doelen en verlangens te verwezenlijken.
2: Jezus heeft de functie van de Rechter die in vurige ijver Zijn rechtvaardigheid aanwendt tot het vervullen van de passie van Zijn hart.
3: Jezus is in Zijn innerlijke wezen de Bruidegom die overvloeit van passie en verlangen in Zijn emotionele persoonlijkheid.
In het boek Hooglied hebben wij dus te maken met een Koning die al Zijn macht gebruikt om als Rechter alle rechtvaardigheid toe te passen en zo d.m.v. Zijn macht en gerechtigheid elke hindernis uit de weg te ruimen die Hem als Bruidegom in de weg staat, omdat Hij ons in aanraking wil brengen met de vurige passie en hartstocht van Zijn hart.
In het boek Hooglied is Salomo het oudtestamentische beeld van Jezus; hij is een vorst die met grote glorie regeert, waarmee hij het beeld is van Jezus in Zijn opstanding en hemelvaart. David was degene die grote vijanden versloeg, zoals Goliath, waarmee David een beeld is van Christus in Zijn overwinning op het kruis over heel de macht van de duisternis. Salomo plukte de vruchten van Davids overwinning, en hij besteeg de troon als vredevorst, wat verwijst naar de macht en majesteit van Jezus op Zijn troon in de hemel.
De Goddelijke passie en romantiek, waarvan wij in het boek Hooglied lezen, voltrekt zich in de bovennatuurlijke atmosfeer waar onze Heer gezeten is op Zijn troon in het koninkrijk van vrede (Kol.3:1-3). Wij betreden hier dus een werkelijkheid waarin de Koning Zijn strijd reeds gewonnen heeft en grote glorie heeft ontvangen; Hij is een triomfantelijke Koning die regeert met macht en majesteit. In het boek Hooglied hebben wij dus geen relatie met de Koning zoals Jonathan met David had, want Jonathan hield van David vanwege diens glorieuze overwinning over de machtige vijand Goliath (1Sam.18:1-3).
Wij hebben een relatie met de Koning-Bruidegom uit het boek Hooglied op basis van wie Hij is, en niet alleen maar op basis van wat Hij deed. Op dezelfde manier hoorde de koningin van Seba over de roem van Salomo en zijn zeer grote wijsheid (1Kon.10:1), maar pas nadat zij hem persoonlijk ontmoet had, groeide haar bewondering voor Salomo buiten proporties en werd zij bijzonder door zijn lieflijke persoonlijkheid aangetrokken (1Kon.10:4-9).
De overwinning van Jezus kennen is een andere vorm van liefde dan het kennen van Jezus Zelf in een persoonlijke en intieme relatie, terwijl Hij in een glorieuze positie op Zijn troon zit. Zijn overwinning op het kruis is echter wel het absolute bewijs dat laat zien hoe diep Jezus wilde gaan om ons te winnen als een Bruid voor Zichzelf. Het bruidsperspectief verdiept alleen maar de betekenis van het kruis en is nooit bedoeld om het kruis in de schaduw te stellen van onze romantische relatie met Jezus.
Hij is het Lam van God dat in de gedachten van de Vader al geslacht was vóór de grondlegging van de wereld (Openb.13:8), maar Hij zal tot in alle eeuwigheden het Lam op de troon van God zijn (Openb.22:3). Het boek Hooglied is daarom samen met het boek Openbaring de grootst mogelijke opwaardering van de betekenis van het kruis, die wij in de Bijbel kunnen vinden.
L: Manieren van interpretatie.
L1: De natuurlijke interpretatie.
De natuurlijke interpretatie beschrijft een werkelijk menselijk liefdesverhaal tussen koning Salomo en zijn bruid. Het is een natuurlijk liefdesverhaal, gebaseerd op bijbelse principes, dat geschreven is om een diepere liefde in het huwelijk te inspireren. De natuurlijke interpretatie is de laatste 100 jaar erg populair geweest, maar in de 2800 jaar daarvoor – vanaf 900 v.Chr. tot 1900 na Chr. – zijn er maar weinig verklaringen geschreven over deze natuurlijke interpretatie, hoewel het een zeer legitieme en verantwoorde manier van uitleg is.
L2: De profetische interpretatie.
De profetische interpretatie is een allegorische uitleg, waarbij het boek Hooglied gezien wordt als een zinnebeeld van de intieme relatie tussen God en Zijn volk, hoewel daarbij opgemerkt moet worden dat het boek wél een analogie is maar geen allegorie. Het is wél beeldspraak, maar dan van een echte realiteit, die door de Heilige Geest geïnspireerd is. Het Bijbelboek Hooglied is geen romantisch sprookje maar een profetische realiteit.
L3: Israël en het boek Hooglied.
Al 2900 jaar wordt het boek door de Joden uitgelegd als een beschrijving van de liefdesrelatie tussen het Joodse volk en zijn Messias (Jer.2:2, Hos.2:16-22, Ezech.16:8-14, Jes.54:5-6, Jes.62:4-5). Dit is een Bijbelgetrouwe uitleg die in de eindtijd tot zijn volle recht zal komen, wanneer de Heilige Geest over het natuurlijke volk Israël wordt uitgestort. De Heilige Geest zal in het laatst der dagen het boek Hooglied openen voor het Joodse volk, zodat het hart van dit volk gegrepen zal worden door de passie en hartstocht van de Joodse Messias Jezus.
L4: De gemeente en het boek Hooglied.
Sinds het ontstaan van de Gemeente in Hand.2 wordt het boek ook door christenen uitgelegd als een beschrijving van de liefdesrelatie tussen Jezus Christus en Zijn kollectieve Gemeente als de Bruid van Christus (2 Kor.11:2, Ef.5:23-25+31-32, Openb.19:7-9).
L5: Elke gelovige en het boek Hooglied.
Het boek Hooglied kan ook zeer terecht worden gelezen als een liefdesrelatie tussen de Heer Jezus en een individuele gelovige. Mijn accent ligt vooral op deze individuele benadering van dit boek als een reisverslag van de romantische relatie tussen Jezus en de gelovige. De normale weg van het groeien in de openbaring van God is het omarmen van deze reis, die voor ieder persoonlijk op maat gemaakt is om te komen tot een maximum aan openbaring in de kortst mogelijke tijd.
Profetische uitleg is erg belangrijk en behulpzaam, zolang we haar alleen gebruiken om een waarheid te verklaren, die door de hele Bijbel benadrukt wordt. Profetische uitleg kan nooit een waarheid ontdekken, die niet op andere manieren in het woord van God beschreven staat. Vooral moeten wij ervoor waken dat wij niet proberen een discussie te winnen over de juistheid van onze uitleg van het boek Hooglied, maar wij moeten voortdurend ons hart openen voor een grotere visie op de glorie en de schoonheid van onze Bruidegom Jezus Christus.
Er zijn over geen enkel ander Bijbelboek zoveel commentaren geschreven als over Hooglied, behalve het boek Romeinen. Het boek Hooglied was lange tijd één van de belangrijkste boeken in de kerkgeschiedenis, vooral in de 12de tot de 16de eeuw na Christus. Maar de laatste 100 jaar is er weinig geschreven over het boek Hooglied; in deze tijd is het boek vooral benaderd in zijn natuurlijke betekenis, en is er weinig aandacht geweest voor de profetische betekenis. Maar dit gaat veranderen in de eindtijd.
M: De Bruid is de verzameling van álle gelovigen.
M1: De volwassenheid van de Bruid is het resultaat van het gebed van Jezus
Joh.17:26 Ik heb hun Uw naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen.
a) Jezus bad voor een volk, dat Hem net zoveel zal liefhebben als de Vader Zijn Zoon Jezus liefheeft. De werkelijkheid en volwassenheid van de Bruid is vooral gebaseerd op de voorbede van Jezus tot Zijn Vader en de ijver van de Vader om dit gebed van Zijn Zoon te verhoren; het is veel minder gebaseerd op onze toegewijde reactie op Zijn toewijding aan ons.
b) Het is veel meer een kwestie van de kracht van God dan onze kracht. De hoofdzaak is dat de Vader Zijn Zoon beloofd heeft, dat zwakke mensen zo krachtig met de Heilige Geest vervuld zullen worden, dat zij vrijwillig en volledig zichzelf aan Jezus zullen toewijden om Hem op een bovennatuurlijke manier lief te hebben.
c) Jezus baseerde Zijn voorbede altijd op de wil van de Vader.
M2: De geopenbaarde glorie van Jezus in de hemel is de succesvolle sleutel tot volledige verandering van het hart van verloste mensen.
1 Joh.3:2 Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is.
a) De toenemende openbaring van de schoonheid van de Heer is een absolute garantie voor de transformatie van alle gelovigen tot de Bruid van Christus; het aanschouwen van de schoonheid van God is dé katalysator tot verandering (2 Kor.3:18).
b) Alle gelovigen in de hemel zien deze glorie van de Heer Jezus Christus nu al, maar op de dag van Zijn terugkeer zullen wij Hem in Zijn volle glorie zien (Openb.1:7).
M3: Het is dankzij het liefhebbende hart van God, dat de Bruid haar bestemming zal bereiken.
Hgl.4:9 Je hebt mijn hart overweldigd, mijn zuster, mijn bruid, overweldigd met één blik van je ogen.
a) Zijn hart, dat in extase is over ons, omarmt iedereen die vrijwillig ja tegen Hem zegt.
b) Hij is in extase; Zijn hart is vol vreugde over gebroken zondige mensen die in Hem geloven.
c) Zijn liefde maakt geen onderscheid tussen geestelijk volwassen en onvolwassen mensen. De Bruid is een eeuwige realiteit, die veel groter is dan onze mogelijkheid om op aarde geestelijk tot volheid te groeien.
M4: In de hemel zal er slechts één volk van God zijn, dat één is zoals de Vader en de Zoon één zijn.
Joh.17:21 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn.
De Bruid is dus in de éérste plaats de verzameling van alle gelovigen binnen het collectieve perspectief van de Bruid van Christus. Maar iedere gelovige kan en mag op een individuele manier zelf de reis van het geromantiseerde hart van de Bruid in het boek Hooglied afleggen. Dat is de manier waarop ik het boek Hooglied benader.
N: De Heilige Geest verheerlijkt Jezus in het boek Hooglied.
N1: De Heilige Geest en het boek Hooglied.
De Heilige Geest is vol van verlangen en hartstocht betreffende de persoon Jezus Christus. Jezus is in het centrum van alles wat de Heilige Geest doet. Daarom is het onmogelijk dat de Heilige Geest een boek in de Bijbel gezet heeft zonder Jezus tot het belangrijkste onderwerp van dat boek te maken. Jezus is overal aanwezig van Genesis tot en met Openbaring. In alles wat Hij doet, wil de Heilige Geest ons hart vol maken met liefde voor Jezus (Joh.16:14). Deze passie van de Heilige Geest geldt dus ook voor het boek Hooglied.
N2: Jezus en het boek Hooglied.
Jezus Zelf sprak vanuit alle Bijbelboeken over Zichzelf (Luc.24:27+44, Joh.5:39+46). Het hele Oude Testament spreekt over Jezus en alles wat Hij op aarde kwam doen, want de Heilige Geest heeft alle Bijbelboeken geïnspireerd (2Tim.3:16). Daarom is de hele Bijbel nodig om de profetische betekenis van het boek Hooglied te doorgronden; elk Bijbelboek zal ons een of meerdere aspecten van het bruidsperspectief onthullen. Daarom wens ik je heel veel zegen in het lezen van het hele woord van God, zodat je tot een dieper inzicht kunt komen in het hart van onze hemelse Bruidegom Jezus.
Getekend: V.v.d.B.
Copyright betekent voor uitsluitend de studieartikelen op deze website: ‘Right to copy’. Eenieder mag voor studiedoeleinden de artikelen gebruiken en als nodig aanpassen.